Vocaal Ensemble Sancti Cordis Roeselare

december 2008

Logo Hartje

Jaargang 22, nummer 6 januari 2008

De kerstkribbe

Het geboortetafereel

In de vroegchristelijke kunst wordt het Kindje Jezus veelal afgebeeld liggend in een kribbe. Die kribbe ziet uit als een gemetselde altaartafel, geplaatst onder een afdak. Later – vanaf de 6de eeuw – wordt dit afdak vervangen door een grot. Waar Maria eerst in rustende, liggende houding voorkomt, wordt ze tegen het midden van de 14de eeuw, voor het eerst in Italië, knielend voorgesteld. Haar kind rust dan op stro of soms ook op een slip van haar mantel.

Een zeer oud gebruik

Het bouwen van een kerstkribbe is een eeuwenoud gebruik. Aanvankelijk (10de–11de eeuw) trof men de kerstkribbe slechts aan in kloosterkerken en grote parochiekerken, maar later deed ze ook haar intrede in de woningen van adel en hogere burgerij. Het idee om Christus’ geboortetafereel na te bootsen en dicht bij het volk te brengen, wordt toegeschreven aan Franciscus van Assisië. In 1233 bouwde hij in een rotswand in Greccio een kribbe die hij bevolkte met levende mensen en dieren. De kerstkribbe kwam in de 16de eeuw de Alpen over. Hoewel er soms echte kunstenaars aan meewerkten, lag het accent niet op het artistieke, maar wel op het didactische element. Het ging er om het volk te onderwijzen door middel van een voorstelling die de werkelijkheid zo dicht mogelijk probeerde te benaderen.

Dieptepunt en wederopbloei

De kerstkribbe beleefde een dieptepunt in de periode van de Verlichting. Aanhangers van deze filosofie trachtten immers alles via de rede te verklaren en weerden beeldrijke en schilderachtige voorstellingen. Men beschouwde ze als bijgeloof en onzin. Het was het tijdperk van Jozef II, de Oostenrijkse keizer–koster, die tegen het einde van de 18de eeuw ook in onze streken de scepter zwaaide. Hij verbood alle pronk en praal in de kerk en o.a. ook de opstelling van kerstkribben. Na zijn regering, en mede onder invloed van de romantiek, kende het gebruik van de kribbe in de 19de eeuw een grootse wederopbloei.

In Napels ontstond kort daarna een echte kerstkribbenkunst. Een buitengewone verbreiding kreeg de kribbe ook in Portugal en in Frankrijk, vooral in de Provence (les "santons"). In de kersttijd werden kribben opgesteld in kleine theaters of in winkels. Vóór de achtergronddecors bewogen mechanisch aangedreven marionetten.

What's in a name?

(15) Kreutzersonate

Dat is Beethovens opus 47, sonate voor viool en klavier.
Naar de Franse violist en componist Rodolphe Kreutzer (1766–1831).

Zijn vader was een uit Silezië naar Parijs uitgeweken violist. Op zijn dertiende speelde Rodolphe Kreutzer zijn eerste composities aan het hof van Versailles. Koningin Marie–Antoinette stimuleerde zijn verdere muzikale opleiding. Hij was eerst verbonden aan de Koninklijke Kapel. Van 1795 tot 1826 gaf hij vioolles aan het Parijse conservatorium. In 1802 werd hij lid van het kamerorkest van Napoleon, later van dat van Lodewijk XVIII. Hij maakte veel concertreizen en werd erg beroemd. Beethoven leerde hem in 1798 in Wenen kennen. In 1805 droeg hij de beroemde sonate aan hem op. Volgens de legende zou de ondankbare muzikant ze op zijn talloze concerten niet één keer spelen. Na 1810, toen hij een arm brak, gaf hij geen concerten meer. Kreutzers Etudes ou caprices pour le violon hebben nog altijd hun waarde. Zijn circa veertig opera’s zijn vergeten. Door toedoen van Beethoven bezit hij vandaag de dag meer bekendheid dan in eigen naam.

Leo Tolstoj vereeuwigde de Kreutzersonate in een gelijknamige novelle uit 1891 over een man die zijn vrouw vermoordt, omdat hij vermoedt dat ze hem bedriegt met een talentvolle violist. Het werk bevat een pleidooi voor seksuele onthouding en werd door de Russische censuur wegens "immorele tendens" verboden.

"Het nadeel van pagina’s op internet is dat je er geen herfstblaadjes tussen te drogen kunt leggen."

Arthur Japin

Portretgalerij (22)

Thomas Tallis (1505–1585)

Met Allerheiligen zongen we het motet Glory to Thee, my God uit het Ravencroft’s Psalter. Het werd in 1567 gecomponeerd door de Engelse componist Thomas Tallis.

Alhoewel Thomas Tallis een der belangrijkste componisten van kerkmuziek is in Engeland, is er over zijn jeugd en opleiding weinig bekend. Zelfs zijn geboortedatum is onzeker.

Hij werd omstreeks 1505 geboren in het graafschap Leicester. In 1532 was hij organist aan de benedictijnerpriorij in Dover. Vanaf 1537 was hij organist in Londen. Na zijn ontslag door Hendrik VIII in 1540, werd hij organist aan de Waltham Abbeye (Essex). Daarna was hij een tijdlang zanger aan de kathedraal van Canterbury. Later bracht hij het tot organist, samen met zijn leerling William Byrd, aan de Chapel Royal, achtereenvolgens in dienst van Koning Edward VI, koningin Mary Tudor en koningin Elizabeth I. Het was koningin Elizabeth die beiden het exclusieve recht voor gans Engeland schonk om vocale muziek te drukken en muziekpapier uit te geven. Niet dat dit een erg winstgevende praktijk was, maar de hen toegekende eer was heel belangrijk.

Thomas Tallis schreef motetten, anthems, kamer– en kerkmuziek. Een van zijn merkwaardigste motetten, dat uit 40 delen bestaat, is het Spem in alium. Als een der eersten schreef hij religieuze muziek op Engelse teksten. Samen met Byrd gaf hij de verzameling Sacred Songs uit.

Hij bleef aan de Chapel Royal verbonden – met als eretitel "master of the composers" – tot hij in 1585 in Greenwich stierf.

Ons motet Glory to Thee, my God komt uit het Ravencroft’s Psalter. Dat is een verzameling van 105 composities. Het werk werd uitgegeven in 1621 onder de titel The whole Book of Psalms, door Thomas Ravencroft (ca. 1582 – ca. 1653). Naast uitgever, componist en muziektheoreticus was hij ook een drietal jaar muziekleraar aan het Christ’s Hospital. Hij werd ten slotte koorleider aan Saint Paul’s Cathedral in Londen.

Alle religieuze werken van Tallis worden gekenmerkt door een zelfverzekerde polyfone stijl en een opmerkelijk originele harmonie.

Romantische fabeltjes over Mozart

Om een of andere reden gaan we ervan uit dat wie een bijzonder talent heeft, ook een bijzonder leven moet lijden. Dat misverstand ligt aan de grondslag van veel romantische biografieën. Het leven van Wolfgang Amadeus Mozart – hijzelf gebruikte overigens het veel minder plechtstatige Amedé – is daarvan een schoolvoorbeeld.

Mozart, zo gaat het verhaal, werd door zijn tijdgenoten niet naar waarde geschat en is, door iedereen vergeten, in een naamloos graf begraven. Mozart, ten prooi aan aanvallen van melancholie, voelde de dood naderen, dat hoor je in zijn laatste werken. Toen een mysterieuze opdrachtgever hem vroeg een requiem te componeren, wist hij dat zijn laatste uur geslagen was. Vermoedelijk werd hij vergiftigd, door jaloerse rivalen of misschien wel door de vrijmetselaars, omdat hij de geheimen had verraden.

Peter Gay laat in zijn Mozart–biografie van die romantische legende niet veel heel.

Mozart werd in een anoniem graf begraven, zonder pracht en praal, omdat dat nu eenmaal de regel was. Keizer–koster Jozef II ontmoedigde overdadige en opvallende begrafenissen.

Mozart stierf zeker niet roemloos: de kranten putten zich uit in adjectieven om de grootste aller meesters en de bekendste aller componisten de laatste eer te bewijzen.

Mozart zat tijdens dat laatste jaar overigens helemaal niet te somberen. Hij schreef in de laatste twee maanden van zijn leven onder meer twee opera’s, een pianoconcert, een groot aantal menuetten en contradansen, een klarinetconcert, een vrijmetselaarscantate en twee kwintetten.

De mysterieuze opdrachtgever van het Requiem was een man die de gewoonte had zich, tegen betaling, het werk van andere componisten toe te eigenen.

Mozart is gewoon gestorven aan de geneeskunde van zijn tijd, aan een ordinaire en vandaag gemakkelijk te behandelen bloedvergiftiging.

Het is de weduwe van Mozart die, als gewiekste beheerder van de nalatenschap, de romantische fabeltjes over de dood van het genie heeft bedacht.

Vanwaar komen we? (6)

Andrea en Michel wonen in de Karabiniersstraat in Rumbeke.

In de Atlas der Buurtspoorwegen uit de jaren 1840 maakt de Karabiniersstraat, samen met de huidige Oude Zilverbergstraat en de Sterrebosdreef een geheel uit. In de Atlas staat die straat als de Galgestraat bekend. De Karabiniersstraat ligt in het verlengde van de Zilverbergstraat en de Knokuilstraat en is een verbindingsweg tussen Meensesteenweg en de Hazegoedweg.

De Karabiniersstraat herinnert aan de soldaten van het 1ste, 2de en 3de Regiment Karabiniers, die Rumbeke tijdens de Eerste Wereldoorlog hebben bevrijd.

Op 14 oktober 1918 hebben ze op de westelijk grens van de gemeente een offensief ingeluid dat zeer bloedig verliep. Meer dan duizend officieren en soldaten sneuvelden tussen de Zilverberg en de Bergmolen. Ondanks deze verliezen eindigde de opmars van de Karabiniers in een zege die beslissend was voor de bevrijding van West–Vlaanderen. Langs de Hoogstraat werd in 1956 bij de gemeenteschool een gedenkplaat onthuld die aan deze legers en veldslag herinnert.

Sint–Ceciliafeest

Het startsein werd gegeven in de Sint–Amandskerk. We voerden er de Caeciliamesse van Robert Führer uit. Met Peter aan het orgel en Dirk als dirigent brachten we een sfeervolle uitvoering.

Vanaf 19.30 uur kwamen de koorleden en sympathisanten aan in zaal Optimé van Cofar. Ze geraakten niet zo maar binnen. Iedereen werd gescreend op radioactiviteit en moest de controle van een dubbele haag "energieboys" passeren. Het aperitief ging door onder gedempt licht. Dat deed onmiddellijk denken aan het vorige nieuwjaarsfeestje. Toen ook was het al besparen wat de klok sloeg. À propos, was dat geen "voorkennis"? Een half jaar vóór het uitbreken van de financiële en economische crisis!

Voor we aan tafel gingen, werden de twee interim–dirigenten, Annelies en Tom, door de voorzitter en door de dirigent met een dankwoordje en een attentie bedacht. Met dank werd ook herinnerd aan de ontwerper van onze website, Diederik Wyffels. De fakkel werd nu, letterlijk en figuurlijk, doorgegeven aan de kersverse webmaster, Tom Berkein. De vernieuwde site is zeker in goede handen! Tot ieders verrassing overhandigde de dirigent een mysterieus pakket aan de voorzitter. Het geheim werd vlug onthuld: na tien jaar "Sancti Cordis" hadden we weer een vlag! En wat voor een! Ze mag gezien worden! Proficiat, Dirk!

Dan gingen we aan tafel om het menu af te werken. Ruim voldoende, fijn en lekkerrrr ... Maar misschien radioactief aangetast. Wat deden die verwittigingkaartjes anders op tafel?

Het werd tijd voor de overhandiging van de medailles. Andrea, Nicole, Noëlla en Gilbert kregen voor hun 35 jaar lidmaatschap het eremetaal van het Madrigaal met daar bovenop een geschenk van het koor. Hetzelfde viel Carine te beurt voor haar 25 jaar trouwe dienst. Ook dirigent Dirk, die bijna dag op dag 25 jaar het koor leidt, viel in de prijzen. Hij werd bedacht met een hele ton "noten" en een schattige pop–dirigent.

Na het dessert toonde Gilbert, als begeleider van het gelegenheidskoor van de tenoren, zijn kunde als onvolprezen accordeonvirtuoos. Ze brachten met verve het hieronder staande lied, op muziek van Urbanus:

1 – 2 – 3 rikke tikke tik
ra ra ra wie benne k’ik
is er iemand die al weet
hoe ik heet ?

Nu gaan kampioenen komen,
Van medailles gaan ze dromen,
Peking laat ze allen koud,
Tweemaal zilver, viermaal goud.

D’energie verzorgden wij,
Reizen, feesten, ’t was erbij,
Maar het is nog niet gedaan,
Want de Sint komt er nog aan.

De feestavond werd, zoals gebruikelijk, afgesloten met een danspartij.

We danken het feestcomité der tenoren!

Varia

Activiteitenkalender

Zondag 21 december 2008, om 20.00 uur: repetitie voor koor, orkest en soli in de Sint–Amandskerk.

Maandag 22 december 2008, om 18.15 uur: generale repetitie voor koor, orkest en soli in de Sint–Amandskerk.

Kerstmis, donderdag 25 december 2008, om 11.15 uur: optreden in de Sint–Amandskerk te Roeselare.

Wederoproeping van alle veteranen van het 2de Ardennenoffensief:
op vrijdag 23 januari 2009 om 19.00 uur in het Ruitercentrum. Ook de toenmalige "dienstweigeraars" of wie "burgerdienst" deden, worden dringend opgeroepen.

Repetities gaan vanaf maandag 26 januari 2009 weer wekelijks door om 20.00 uur. Wees stipt op post!

Aan alle koorleden en sympathisanten:

Een zalig Kerstfeest !
Een gelukkig Nieuwjaar!

Terug