Vocaal Ensemble Sancti Cordis Roeselare

december 2013

Logo Hartje

Jaargang 27, nummer 6 december 2013

Portretgalerij (38)

Jacob Arcadelt (1505? – 1568)

Een van de pareltjes van ons repertoire is het Ave Maria van Arcadelt.

Afkomst en vorming van Jacob Arcadelt zijn onduidelijk, hoewel er sterke aanwijzingen zijn dat hij een leerling was van Josquin des Prés (zie vorig nummer). Zijn vermoedelijke loopbaan vóór 1540 is een aaneenschakeling van onzekerheden. Misschien verbleef hij enige tijd in Luik, mogelijk bracht hij een bezoek aan Lyon en waarschijnlijk was hij enige tijd actief in Venetië en Florence. Omstreeks 1536 wisselde hij Florence voor Rome in. Van 1540 tot 1551 was hij in dienst van paus Paulus III, als zanger en kapelmeester van de Sixtijnse Kapel. Omstreeks 1555 verhuisde hij definitief naar Frankrijk. Daar diende hij in de kapel van Karel III van Lotharingen en misschien ook aan het koninklijk hof. Aan de Sixtijnse Kapel werd hij opgevolgd door Giovanni Pierluigi da Palestrina.

Net als bij Adriaan Willaert is zijn werk te verdelen in drie groepen: madrigalen, chansons en kerkmuziek. Deze laatste twee genres beoefende hij zijn hele leven, maar bij de madrigalen is er sprake van een korte, hevige periode rond 1540. Ruim 200 madrigalen van zijn hand werden er in die jaren gedrukt.

Het Primo libro dei madrigali, in 1539 gedrukt, getuigt van zijn populariteit: in de volgende 115 (!) jaar is de bundel, met soms kleine wijzigingen, tot 50 keer herdrukt. Arcadelts beroemdste madrigaal is ongetwijfeld Il dolce e bianco cigno en O felic´occhi miei.

Villancicos

Kerstmis nadert. Ook de kerstliederen, zoals bijvoorbeeld de villancicos.

Een sterk contrast met onze eerder ingetogen Vlaamse kerstliederen vormen de Spaanse villancicos. In tegenstelling tot de Engelse Christmas Carols en de Franse Noëls, zijn deze Spaanse kerstliederen bij ons weinig bekend. Deze soms zeer uitgelaten liederen passen niet zo goed bij ons meer ingetogen kerstfeest. Ze worden gezongen door kinderen die van huis tot huis trekken om een kleine gift te vragen (zoals bij ons op Driekoningen) en door volwassenen tijdens het kerstfeestmaal. Daarbij speelt men lustig op de rommelpot of begeleidt men zichzelf met allerlei huisraad. Ongelooflijk vrolijk zijn die liederen en er steekt heel wat temperament en melodieënrijkdom in!

De term villancico (verkleinwoord van villano = dorpsbewoner) heeft oorspronkelijk dan ook weinig met Kerstmis te maken. Het is gewoon een 15de–eeuws volksliedje. Het begint met een refrein dat afgewisseld wordt met een aantal strofen. Deze villancico vormt de origineelste bijdrage van Spanje tot de Europese renaissance– en barokmuziek! Voor de teksten inspireerde men zich op de meest diverse onderwerpen, van groteske tot de meest lyrische, wat ons dan ook een uitstekende schildering geeft van de gewoonten van die tijd. De melodieën gaan terug tot de tijd van de Moorse heerschappij in Spanje.

Later verloor de villancico zijn ludiek karakter en bleef bewaard als religieus lied. De oudste vindt men in het bekende "Libre Vermell de Monserrat" van de 14de eeuw. Zelfs de heilige Teresa schreef villancicos voor haar nonnen! Van die religieuze liederen vindt men er veel terug in de archieven van de kathedralen. In 1995 waren er nog te zien op de tentoonstelling Vlaanderen en Castilla y Léon in Antwerpen.

De begeleiding werd mettertijd zeer gevarieerd: van het orgel en de harp tot herdersfluiten, trompetten en violen. Tegenwoordig betekent villancico gewoon: kerstlied. Maar hoe meeslepend en energiek! Zo heb je bijvoorbeeld "Veinticinco de deciembre, fum fum fum", een Catalaans volkslied dat ook in het Nederlands wordt gezongen. Het ritme spreekt zo sterk aan dat je zin krijgt om een tamboerijn te pakken en mee te tokkelen. Veel zangeriger is "Campanas de Belen" uit Andalousia, maar zelfs al is die melodie iets rustiger, ze maken er met bellen en fluiten een onweerstaanbaar feest van.

De metronoom

Tijdens de repetitie laat onze dirigent de metronoom soms mee tikken om ons te leren correct in de maat te blijven. Over dat tergende apparaatje schrijft Ignace Bossuyt het volgende:

Het karakter van een muziekstuk wordt mede bepaald door het tempo, dit is de tijdmaat of de snelheid waarmee de muziek wordt uitgevoerd. Tempoaanduidingen werden pas vanaf de 17de eeuw systematisch gebruikt. Later werden die geperfectioneerd door metronoomcijfers. De metronoom is een piramidaal kastje met een slinger, aangedreven door een veer. Op de slinger is een schaal met cijfers aangeduid en een verschuifbaar gewichtje geplaatst. De schaal geeft het aantal tikken per minuut weer. Aan de metronoom is vooral de naam verbonden van de Duitse uitvinder Johann Nepomuk Mälzel. Beethoven was de eerste componist die systematisch gebruik maakte van de metronoom van Mälzel (al leefde hij met de uitvinder regelmatig op gespannen voet). Over Beethovens metronoomaanwijzingen is al veel inkt gevloeid, vooral in verband met de extreem hoge tempi. Maar de idee wint veld dat zij betrouwbaar zijn. Sommige recente uitvoeringen op basis van deze tempi klinken inderdaad overtuigend.

(uit Van tonen en noten – Wegwijs in muzikale begrippen)

Ceciliafeest 2013

Daags na de feestdag van onze patroonheilige werden we uitgenodigd op het Ceciliafeest in het restaurant van de Reo–Veiling. De zondag ervoor hadden wij de feestmis (Missa Brevis in D van Ignaz Reimann) gezongen in de Sint–Amandskerk.

Bij de cava en de hapjes, die tot geanimeerde gesprekken leidden, vielen ons reeds de menukaarten op de tafels op. De afbeeldingen van Maria van Bourgondië en van Maximiliaan van Oostenrijk sprongen in het oog. Dat herinnerde ons eraan dat we nog altijd in het "Bourgondisch Tijdperk" van ons koor waren. De maaltijd die erop volgde, versterkte dat gevoel.

De traditionele toespraak van de voorzitter was meteen de gelegenheid om enkele koorleden een medaille op te spelden: Ludo en Rita voor 25 jaar lidmaatschap, Maria voor 35 jaar en Willem voor maar liefst 50 jaar. Dirk, onze dirigent, kreeg een geschenk om 30 jaar het koor te leiden. Proficiat allemaal.

Toen kwamen er twee beenhouwers (Dirk en Jan) ten tonele. Ze waren zo weggelopen uit een schilderij van Brueghel. Zij brachten op aanschouwelijke wijze een volkse schlager ten tonele. Het refrein werd een echte meezinger: "Smout, vet, hespe en spek, hoafdvlees, kotelettn en paté, wosten en bloeling en vette derms, scheutelvlees en zwienepoat".

Drie Bourgondische dames (Maria, Rita en Corry) namen plaats op het podium en vertelden er hun levensverhaal. Op ons rustte de moeilijke taak de enige, echte Maria van Bourgondië te kiezen. Men probeerde ons ook wijs te maken dat het feestmaal klaargemaakt was door de beste hobbykok van Vlaanderen, Claudia Allemeersch. Maar wie beeldde haar het meest geloofwaardig uit? Maria, Lies of Christiane? Het waren de tafelgenoten van Leen en van André die dat het best doorhadden.

Als aandenken aan deze geslaagde Bourgondische avond mochten de mannelijke koorleden een "Patriarche 2012" uit de "Coteaux Bourguignons" mee naar huis nemen. De vrouwen kregen een portie abdijkaas. We werden ook nog bedacht met een worst, voor wie onderweg honger mocht hebben!

Zoals altijd werd de avond met enkele danspassen besloten.

Met dank aan de inrichters: feestcomité en alten.

Varia

Alleen zwarte zangers

Nadat de Amerikaanse componist George Gershwin al enkele succesvolle werken als Rhapsody in Blue en An American in Paris had gecomponeerd, kwam hij in 1935 met zijn onbetwiste meesterwerk, de opera Porgy and Bess. De vorm van het stuk was bijzonder: zowel critici als publiek konden niet goed uitmaken of ze nu naar een klassieke compositie of een Broadwaymusical luisterden. Gewaagd was echter vooral de inhoud van Porgy and Bess. De opera speelde tegen de achtergrond van de moeilijke leefomstandigheden in de zwarte gemeenschap van Charleston, South Carolina. Het verhaal gaat over een kreupele zwarte bedelaar, Porgy, die verliefd wordt op Bess, een beeldschone, maar drugsverslaafde vrouw. Een dergelijke thematiek was, zeker voor een opera, uitermate ongebruikelijk. Ter oriëntatie reisde Gershwin af naar Folly Beach, een eiland vlak bij Charleston, om zich langere tijd in de zwarte muziek en cultuur te verdiepen. Een ander opmerkelijk aspect van Porgy and Bess is dat Gershwin de hoofdpersonages alleen door zwarte zangers wilde laten vertolken. Om hier ook na zijn dood zeker van te zijn, liet hij deze wens in zijn testament opnemen.

(naar Maarten Gaillard)

Wolfgang Amadeus Mozart op de kraamafdeling

Op de kraamafdeling van een privéziekenhuis in het Slowaakse Kosice–Saca luisteren de pasgeborenen dagelijks enige tijd door grote hoofdtelefoons naar klassieke muziek. Die therapie helpt de zuigelingen wennen aan het leven buiten de baarmoeder. Mozart en Vivaldi hebben volgens de wetenschappers het meest een ontstressend effect.

In Sint–Truiden is het Mozart–Brain–Lab gevestigd. Ook daar krijgen mensen via een hoofdtelefoon de muziek van Mozart te horen: kinderen met concentratieproblemen en bewegingsstoornissen, maar ook managers met een burn–out en mensen met een depressie. Jozef Vervoort, de stichter van het Mozart–Brain–Lab: "Het ritme van de muziek van Mozart – 120 aanslagen per minuut – stemt het best overeen met de hartslag van een foetus. Zo kan iemand terugkeren naar een soort prenatale fase. In de baarmoeder waren ons bewustzijn en geheugen nog niet ontwikkeld. Of beter: ze waren in volle ontwikkeling. Die situatie nabootsen blijkt heel heilzaam voor de patiënten. Ze beleven hun ontwikkelingsfase als het ware voor een tweede keer, met de nodige sturing.”

Het heerlijke van de muziek van Mozart? De Franse schrijver en regisseur Sacha Guitry: "De stilte die op zijn muziek volgt, is nog steeds van Mozart."

(Uit Lof der Stilte, Manu Adriaens)

Proficiat

Jan en Rita mochten zich op 9 oktober 2013 verheugen bij de geboorte van hun tweede kleinkind Elias, zoontje van Jan Selschotter en Heidi Wyffels.

In memoriam

Op 13 november 2013 overleed in Roeselare mevrouw Marcella Dehullu (78), weduwe van André Dedier en schoonzus van Rita en Jan.
Wij bieden de familie ons medeleven aan.

Activiteitenkalender

  • Vrijdag 6 december 2013 bezoekt de Sint ons om 19.30 uur in het Ruitercentrum.
  • Woensdag 25 december 2013, Kerstmis, om 11.00 uur in de Sint–Amandskerk te Roeselare. Uniform.
  • Vrijdag 24 januari 2014, om 19.30 uur: Nieuwjaarsbijeenkomst in het Ruitercentrum.
  • Weekend 28–30 maart 2014: Vijfde Ardennenoffensief.

Aan alle koorleden en sympathisanten :

Zalig kerstfeest

Terug