Vocaal Ensemble Sancti Cordis Roeselare

juni 2014

Logo Hartje

Jaargang 28, nummer 4 juni 2014

Vanwaar komen we? (24)

De rit van Willem naar de koorrepetities in het Ruitercentrum start niet langer vanuit het Zwaanhof. Sedert 1 mei ll. heeft hij zich gesetteld in het "residentieel woonpark" ´t Eyckenbos, gelegen in de Kasteelstraat in Rumbeke. ´t Eyckenbos ligt op een steenworp van het Sterrebos. Het Sterrebosdomein, met daarin het Kaesterkasteel, is het laatste niet verkavelde gebied tussen de Meensesteenweg en de Kaesterstraat. Het kreeg zijn vorm in de loop van de 18de eeuw. Het stervormige drevenpatroon stamt ook uit die tijd.

Rumbeke is vanouds gekend als het "heilig Rumbeke".
Is het die geur van heiligheid – weliswaar naast deze van het Sterrebos – die Willem aantrok? Dat vermoeden is zeker niet ongegrond, aangezien ´t Eyckenbos opgetrokken is op de gewijde grond waar vroeger de priorij Sint–Jozef van de zusters Benedictinessen stond. In de Boskapel in de Bornstraat werd op 16 mei 2004 om 10 uur de laatste mis opgedragen. Na enkele jaren leegstand beukte in februari 2008 de sloophamer ongenadig in op de Boskapel en het klooster.
Of was er heimwee mee gemoeid naar Willems vorig leven in Sint–Idesbald, aangezien hij gaan wonen is op een boogscheut van een enigszins gelijkaardig instituut, het MPIGO (Medisch Pedagogisch Instituut van het GO!onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap). Alhoewel, het kan ook eenvoudig zijn dat Veerle terug wilde naar de straat waar ze haar kinderjaren sleet. Wie zal het zeggen?

Rumbeke dus. Volgens de legende de "bakermat van Vlaanderen". Toen Boudewijn met de ijzeren arm, eigenaar van het Rumbeekse kasteel, Judith, de dochter van de koning van Frankrijk, geschaakt had, vluchtte hij met haar naar Vlaanderen. Ze brachten samen hun wittebroodsweken door in het kasteel van Rumbeke.

Over de oorsprong van de naam Rumbeke doen verschillende legendes de ronde. Volgens kanunnik Tanghe is Rumbeke genoemd naar een grote "ruime beke, die haar begin vindt bij ´t oude gasthuis van Moorslede en die op Cachtem hare waters in de Mandel verliest". Hier is duidelijk de Babillebeek bedoeld. Maar pastoor Slosse was van mening dat Rumbeke komt van Ruenbeke, een wilde moerassige beek. Dat zou dan de Regenbeek zijn, ook soms Snakkaertbeke genoemd, en in de volksmond bekend als "Breebeke". Volgens andere toponymisten zou "Rum" voortkomen van "Rund", zodat Rumbeke zou willen zeggen: een beek waar het rundvee zijn dorst ging lessen.

Dat we het niet hebben over de Kasteelstraat waar Willem dus woont, komt omdat deze straat al aan bod kwam in het juninummer van 2009. Ook Jan en Rita starten daar namelijk, sinds jaar en dag, voor de wekelijkse repetitie.

Jarige componisten (8)

250 geleden, op 12 september 1764, overleed Jean–Philippe Rameau.

Rameau, de grootste componist van de Franse barokmuziek, is in veel opzichten te vergelijken met Bach, die bijna een tijdgenoot van hem was. Beiden waren de muziek zeer toegewijd en gingen zodanig in hun werk op dat er weinig tijd overbleef voor sociale activiteiten. Beiden hebben lang op erkenning moeten wachten. Bach tot de 19de eeuw, en Rameau eigenlijk nog.

Rameau werd geboren in Dijon (1683), als zevende van elf kinderen. Zijn eerste muzieklessen kreeg hij van zijn vader, die organist was in verschillende kerken in Dijon. Organist is hij zelf ook bijna zijn hele leven geweest. Na een reis naar Italië in 1701 was hij als organist verbonden aan verscheidene kathedralen: in Avignon, Clermont–Ferrand, Dijon, Parijs.

In 1706 verschenen zijn eerste composities. In 1715 vestigde hij zich in Lyon. Ook daar was hij organist. Intussen wijdde hij zich vooral aan het schrijven van muziektheoretische werken, waaronder: Traité de l´harmonie... (1722). Dat belangrijke en invloedrijke werk in de muziektheorie maakte hem in één klap beroemd.

Tot zijn vijftigste was Rameau vooral bekend voor zijn klavecimbelmuziek. Maar toen kreeg hij van een rijke beschermheer de opdracht een opera te schrijven. De eerste, Hippolyte et Aricie (1733), was een "succès de scandale", omdat de wijzigingen die hij aanbracht in de traditionele vormen van Lully zowel bewondering als afkeuring veroorzaakten. Rameau heeft meer dan twintig opera´s geschreven, o.a. Les Indes galantes (1735), Castor et Pollux (1737), dat als zijn meesterwerk wordt beschouwd, en Le Temple de la gloire (1745). In het geheel genomen bevinden Rameaus meest originele bijdragen zich in de instrumentale gedeelten van zijn opera´s: de ouvertures, de dansen en de sinfonia´s.

Hij verwierf erkenning en geldelijke onderscheidingen, o.a. een jaargeld van koning Lodewijk XV (langs moeders zijde stamde hij af van de lagere adel). Als gunsteling van het hof en tamelijk welgesteld in de latere jaren van zijn leven, bleef hij toch nog altijd een eenzelvig, twistziek en asociaal mens. Maar tegelijk was hij een gewetensvol en intelligent kunstenaar. Zijn muziek werd gesteld tegenover die van de "buffons" (rondreizende Italiaanse operazangers, vertolkers van de Napolitaanse opera–buffa) en aangevallen door de encyclopedisten (onder anderen Rousseau). Hij antwoordde hierop met een pamflet getiteld Errreurs sur la musique dans l´Encyclopédie (1756).

De laatste jaren van zijn leven besteedde hij grotendeels aan polemische geschriften en theoretische essays. Hij stierf in Parijs. Tot aan zijn dood bleef hij de perfectionist die hij altijd was geweest. Zelfs op zijn sterfbed vond hij nog de kracht om de geestelijke die hem de laatste sacramenten kwam toedienen zijn slechte psalmodie te verwijten.

Ironisch genoeg werd hij aan het einde van zijn leven afgeschilderd als een conservatieveling, tegenover de nieuwe Italiaanse stijl van Pergolesi. In feite was hij juist een innovatieve componist door zijn flexibiliteit en dramatische expressie.

Waar gingen we naartoe? (40)

Op zondag 8 juni ll., Sinksenzondag, zongen we de radiomis in de Sint–Tillokerk in Izegem.

Sint–Tillo, een naam die je weinig hoort. In Izegem staat trouwens de enige kerk die in Vlaanderen deze heilige als patroon heeft. Men zegt en schrijft ook wel: de Sint–Hiloniuskerk.
Deze heilige wordt meestal Sint–Tillo van Westfalen genoemd. Daar werd hij circa 702 geboren. Als knaap werd hij verkocht in de Nederlanden en later weer vrijgekocht door Sint–Eligius van Noyon. Hij wordt ook aangeroepen als Sint–Tillo van Solignac. Nadat hij eerst als goudsmid gewerkt had, werd hij monnik, priester en vervolgens abt in het klooster van Solignac, in het bisdom Limoges. Hij wordt meestal voorgesteld als abt met een kelk.

De Sint–Tillokerk van Izegem is een neogotische driebeukige hallenkerk, die in het midden van de 19de eeuw werd gebouwd naar een ontwerp van de Kortrijkse architect P.N. Croquison. De kerk werd opgetrokken onder het mecenaat van baron Louis Gilles de Pélichy.

Deze decanale kerk heeft een spitse toren. Met zijn 83 meter is hij de 18de hoogste kerktoren van België.

Koningin Elisabethwedstijd 2014

De Elisabethwedstrijd voor zang werd voor het eerst georganiseerd in 1988, onder impuls van José Van Dam en Gerard Mortier. Dit was de achtste editie. De zangers moeten zich bewijzen in verschillende disciplines: opera, lied en oratorium.

Een internationale jury screende in februari 214 dvd´s uit de hele wereld. Daaruit werden 73 kandidaten, waaronder zes Belgen, geselecteerd voor de eerste publieke ronde in Flagey, half mei: 42 sopranen, 14 mezzosopranen, 1 alt, 2 countertenoren, 7 tenoren, 4 baritons en 3 bassen.
Uiteindelijk namen 64 kandidaten, 50 mannen en 14 vrouwen, van 26 verschillende nationaliteiten deel aan die eerste ronde.
Vijf van de zes Belgen gingen door naar de halve finale. Op 18, 19 en 20 mei streden vierentwintig kandidaten voor een plaats in de finale. Twee Belgische sopranen veroverden een finaleplaats: de Brusselse sopraan Sheka Tehoval, met 23 jaar de jongste deelnemer van deze editie, en Jodie De Vos uit Ciney die tijdens de voorronde na twee nummers een appelflauwte kreeg, maar gelukkig nog mocht herkansen.

Van 28 tot 31 mei had dan de finale plaats in het Paleis voor Schone Kunsten. De 12 finalisten werden begeleid door het Symfonieorkest van de Munt, o.l.v. de Duitse dirigent Roland Böer. De juryvoorzitter was Arie Van Lysebeth.

De eerste prijs ging dit jaar naar de Zuid-Koreaanse 28–jarige sopraan Sumi Hwang. Zij eindigde voor de Belgische sopraan Jodie De Vos. De Franse sopraan Sarah Laulan vervolledigde het podium. De eerste man in de erelijst is de Chinese tenor Yu Shao, op de vierde plaats. De Zuid–Koreaanse sopraan Hyesang Park werd vijfde. De Vlaams–Zwitserse sopraan Chiara Skerath werd zesde en ze was ook de winnares van de VRT Publieksprijs.

De vorige wedstrijd voor zang vond plaats in mei 2011. Toen werd de Belgische tenor Thomas Blondelle tweede.
Volgend jaar is het de beurt aan de jonge violisten.

Varia

Ons leven zou muziek zijn,
mochten we op ieder ogenblik de juiste toon vinden.

(Gehoord op Klara)

Proficiat

Dirk en Hilde mochten zich op 11 mei 2014 verheugen bij de geboorte van hun eerste kleinkind Arne, zoontje van Sven Castro en Liesbet Lammertijn.

Onze oudste muziekensembles

Collegium Vocale Gent
actief sinds 1970
o.l.v. Philippe Herreweghe

Huelgas Ensemble
actief sinds 1971
o.l.v. Paul Van Nevel

La Petite Bande
actief sinds
1972o.l.v. Sigiswald Kuijken

Anima Eterna Brugge
actief sinds 1985
o.l.v. Jos Van Immerseel

Il Fundamento
actief sinds 1989
o.l.v. Paul Dombrecht

(DS, 22/02/2014)

Activiteitenkalender

  • Vrijdag 15 augustus 2014, O.–L–V.–ten–hemel–opnemingom 10.30 uur en om 11.30 uur in de St.–Bernarduskerk te Nieuwpoort.
  • Zondag 17 augustus 2014, om 11 uur in de Onze–Lieve–Vrouwekerk te De Panne.
  • Zaterdag 13 september 2014: Koorreis.
  • Zaterdag 1 november 2014, om 11.00 uur: Allerheiligen in de Onze–Lieve–Vrouwekerk te De Panne.
  • Zondag 2 november 2014, om 11.00 uur: Allerzielen in de Sint–Amandskerk te Roeselare.
  • Zondag 16 november 2014, om 11.00 uur: Sint–Ceciliaviering in de Sint–Amandskerk te Roeselare.
  • Zaterdag 22 november 2014, om 19.30 uur: koorfeest.
  • Vrijdag 5 december 2014 bezoekt de Sint ons om 19.30 uur in het Ruitercentrum.
  • Donderdag 25 december 2014, Kerstmis, om 11.00 uur in de Sint–Amandskerk te Roeselare.
  • Zondag 28 december 2014, om 11 uur: afscheidsmis in de Sint–Amandskerk te Roeselare.

Terug