Vocaal Ensemble Sancti Cordis Roeselare

maart 2008

Logo Hartje

Jaargang 22, nummer 2 maart 2008

Vooruitblik "Ardennenoffensief 2"

1. Zaterdag 12 april bezoeken we in de voormiddag het kasteel Reinhardstein, ook wel Burg Metternich genoemd.

Deze burcht ligt ten zuiden van de Hoge Venen bij het Luikse plaatsje Ovifat, aan het riviertje de Warche, 800 meter stroomafwaarts van de stuwdam van Robertville. Het is de hoogst gelegen burcht van België (500 m), geheel omgeven door bos. Ze stamt uit 1354 toen ze werd gebouwd door Reinout van Waimes, op aanvraag van de hertog van Luxemburg, procureur van de Abdij van Stavelot. Ze had in de loop van haar bestaan veel eigenaars, waaronder de graven van Metternich. Dezen deden tijdens de Napoleontische tijd de burcht van de hand, waarna zij bijna helemaal verkommerde en ontmanteld werd. Van 1815 tot 1919 behoorde de burcht tot het grondgebied van Pruisen, daarna werd ze Belgisch grondgebied. De huidige burcht is niet het resultaat van een restauratie. Het is een minutieuze reconstructie uit 1970. De burcht wordt bewoond en kan tevens bezichtigd worden. Ook is er een pittoreske wandelroute langs de burcht.

2. Zowel ’s zaterdags als ’s zondags gebruiken we het middagmaal in Stavelot, in de Auberge Saint–Remacle. Het was deze Saint Remacle die omstreeks 645 de Abdij van Stavelot stichtte. We bezoeken deze site de zaterdagnamiddag.

In het historische hart van Stavelot, dat aan de Amblève ligt, getuigen de ruïnes van de indrukwekkende 11de–eeuwse kerk en de abdijgebouwen uit de 16de en de 18de eeuw van de lange en rijke geschiedenis van het abdij–vorstendom. De archeologische overblijfselen van de abdijkerk vormen een van de bezienswaardigheden die op de lijst staan van het "Uitzonderlijk Erfgoed van het Waalse Gewest".

De werkzaamheden voor de restauratie en de renovatie van de abdij werden in 2002 voltooid met de oprichting van drie musea:

1. Het Historisch Museum van het Vorstendom Stavelot–Malmedy

Het biedt een rondleiding door de geschiedenis van een staat uit het Ancien Régime. Het vorstendom strekte zich uit van de Loire tot aan het Germaanse Rijk en hield stand gedurende meer dan een millennium.

2. Het Museum van het Circuit van Spa–Francorchamp

In de prachtige gewelfde kelders van de abdij toont het museum de geschiedenis van het circuit. Veel piloten noemen dit het mooiste circuit ter wereld. Het ligt verborgen in het groen tussen Stavelot, Malmedy en Spa.

3. Het Museum van Guillaume Apollinaire

Als 19–jarige was hij op vakantie in Stavelot, terwijl zijn moeder, een Poolse aristocrate, regelmatig het casino van Spa bezocht. Het museum vertelt over het verblijf van de dichter in de streek. Het dompelt de bezoeker onder in de artistieke wereld van deze auteur die op veel gebied een vernieuwer en een voorloper was.

3. Zondagvoormiddag, 13 april, bezoeken we Spa. Een stadsgids loodst ons langs de interessantste plekjes van deze bad– en casinostad.

Spa ligt in het dal van het riviertje de Wayai.

Het mineraal water van Spa was reeds bekend in de 16de eeuw. In de 18de eeuw kwam een verblijf te Spa in de mode. Koningen en edellieden van geheel Europa bezochten het centrum. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Spa het hoofdkwartier van de Duitse keizer.

De badplaats werd wereldberoemd door de ijzer– en koolzuurhoudende bronnen, de pouhons, overblijfselen van het vroeger vulkaanachtige karakter van deze streek, die een uitloper is van het Eifelgebergte. Spa bezit mogelijkheden tot het nemen van allerlei baden: turfbaden, Turkse en Schotse baden, stoom– en lichtbaden, enz.

Onze gids Marie–Jo zal er ons alles over vertellen.

Als je denkt dat de mammoet uitgestorven is, heb je het mis.

Mam moet eten koken,
Mam moet koffie zetten,
Mam moet de was doen,
Mam moet boodschappen doen,
Mam moet helpen met het huiswerk.

Vanwaar komen we? (2)

Jacques komt meestal per fiets, en soms zelfs te voet, naar de repetitie. Zo ver woont hij ook niet van De Ruiter, namelijk in de Essenstraat.

In 1965 wilde men de Meiboomwijk voor de zoveelste keer uitbreiden. Er kwam een nieuwe woonwijk langs de Iepersestraat in de omgeving van de Collievijverbeek. Ze zou niet rechtstreeks met de reeds bestaande Meiboomwijk in verbinding staan, maar de straten kregen wel gelijkaardige namen. Deze officiële "Uitbreiding Meiboomwijk" kreeg in de volksmond echter de naam "Groenpark" mee. Aanvankelijk was het de bedoeling dat de bouwmaatschappij "De Mandel" hier een woonwijk zou optrekken, maar uiteindelijk was het de "West–Vlaamse Intercommunale voor Huisvesting" (WIH) die voor dat project zou instaan. Pas in 1979 stond de WIH deze straten met bijbehorende groenzones aan de stad af: de Beuken–, Meelbessen–, Wijngaard–, Lorken–, Platanen–, Goudregen–, Elzen–, Essen–, Hagedoorn– en Esdoornstraat.

De Essenstraat ligt in het verlengde van de Elzenstraat, een doodlopende zijstraat van de Goudregenstraat. De Essenstraat werd net zoals de andere straten in het Groenpark naar een boom genoemd. De es is een boom die vaak bij boerderijen werd aangeplant. Het aanplanten was vooral van praktisch belang. Niet alleen ving een rij essen de wind en de koude op, maar het hout van de es was zeer bruikbaar. Essenhout is sterk, hard en taai, maar ook goed te bewerken. Daardoor is het heel geschikt als "alaamhout". De meeste stelen van gereedschap zijn van essenhout. Het wordt vaak gebruikt in producties die sterk en taai moeten zijn, zoals gymnastiektoestellen, ski’s, tennisraketten, biljart­stokken, bogen, ...

Als je vanuit de Iepersestraat via de Platanenstraat de wijk ’t Groenpark binnenkomt en aan je linkerkant het voet– en fietspad langs de Collievijverbeek volgt, dan kom je even verderop twee kindergedichtjes tegen:

neuze neuze neuze rood
hoedje op en billen bloot
rosse krullen op de kop
jasje met veel vlinders op
lieve lieve leuke clown
weet ik hou van jou

je lach en je traan
spreken me zo aan
je toeter en je trommel
je fietsje en je rommel
je doet de dingen ach zo traag
daarom volg ik je zo graag.

Waren zulke gedichtjes over een clown niet passend in deze aanvankelijk kinderrijke buurt?

Ze werden er geplaatst om de jaarlijkse wijkfeesten luister bij te brengen, wijkfeesten die dit jaar voor de 33ste keer doorgaan.

What’s in a name?

(11) De pathefoon

Een pathefoon is een ouderwetse platenspeler, met koperen hoorn en aandrijfzwengel. Daarop werden bakelieten platen afgespeeld.

Genoemd naar de uitvinder, de Fransman Charles Pathé (1863–1957).

Charles Pathé is geboren in Parijs. Op 33–jarige leeftijd richtte hij, samen met zijn broers Emile, Théophile en Jacques de Société Pathé Frères op, aanvankelijk om filmvertoningen te organiseren. Maar al vlug probeerde Charles als eerste de cinematografie te industrialiseren en bouwde een monopolie op, zowel van de fabricage van de apparatuur als van de vervaardiging, de opname en de distributie van films. Hij was ook de eerste die in 1909 het bioscoopjournaal introduceerde in Frankrijk. Het bedrijf nam internationale allures aan en bereikte zijn hoogtepunt in 1914. Toen de Franse film het moest afleggen tegen de Amerikaanse, zette Pathé de productie stop en verkocht hij de hele handel. Hij hield alleen nog een aandeel in het Pathé Consortium Cinéma, dat in Frankrijk het gros van de bioscopen in handen had. Zijn naam was ook voor bioscoopgangers in Nederland en België geen onbekende.

"Is dat nu hooikoorts?" vroeg de jonge blozende meid na een partijtje knuffelen in het hoge gras.

Bert Dewilde

Portretgalerij (21)

Robert Führer (1807–1861)

Tijdens de paasweek zingen we dit jaar zowel de Caeciliamesse als de Landmesse in C, beide van Robert Führer (Jan Nepomuk*).

Deze componist en organist werd in 1807 in Praag geboren als zoon van een apotheker. Als tienjarige zong hij in het knapenkoor van de Sint–Vituskathedraal in Praag. Het koor stond onder de leiding van zijn peetoom Vitásek, kapelmeester aan de kathedraal, die ook Roberts muziekleraar was.

In 1831 werd hij tot titulaire organist aan deze kathedraal benoemd en gaf hij les aan de pas gestichte Praagse Orgelschool. Bij de dood van Vitásek volgde hij hem op als kapelmeester.

Führer was een muzikaal genie en hoog begaafd op taalgebied. Naast het Duits en het Tsjechisch beheerste hij nog vijf andere talen. Met die talenten kon hij het heel ver gebracht hebben, maar een ongelukkig huwelijk, zijn drankprobleem en aanrakingen met het gerecht leidden tot zijn ontslag.

Tussen 1845 en 1860 zwierf hij door Bohemen, Oostenrijk en Beieren en deed een twintigtal steden aan, waaronder Salzburg, Munchen, Gmunden en Wenen. Met wisselend succes voorzag hij in zijn levens–onderhoud door als componist, organist, koordirigent of muziekleraar aan de slag te gaan. Hij wedijverde met Bruckner op de Mozartvieringen in Salzburg in 1856. In Aspach en Ried verbleef hij iets langere tijd, maar belandde er in de gevangenis. Ten slotte keerde hij terug naar Wenen, waar hij na een tijd als zieke en verkommerde dakloze opgenomen werd in een hospitaal. Hij stierf er in 1861.

Naast meer dan 200 andere godsdienstige werken (oratoria, motetten, kerst­liederen, vespers, enz.) schreef hij een 150–tal missen en circa 20 requiems.

*Soms nam Führer de schuilnaam Jan Nepomuk aan. Deze legendarische Praagse kanunnik, die in 1729 heilig werd verklaard, kreeg als eerste een standbeeld op de Praagse Karelsbrug.

Varia

In memoriam

Met droefheid vernamen we het overlijden op 15 februari 2008 van Herwig Pieters (74 jaar), vader van Beatrijs (koorlid). Hij was een goede vriend van het koor. Als koster–organist heeft hij ons jarenlang begeleid in "zijn" Onze–Lieve–Vrouwekerk in De Panne. Daarnaast mochten wij ook vele jaren beroep op hem doen voor ons jaarlijks sinterklaasfeest. Wij zijn hem dankbaar voor de vriendschap en genegenheid en we zullen hem missen.

Proficiat

Christiane mocht zich op 2 februari 2008 verheugen bij de geboorte van haar eerste kleinkind Hippolyne, dochtertje van Maarten Windels en Charlotte Vanden Brande.

De "zingende Rus" met de onafscheidelijke pelsmuts zwijgt voor eeuwig

Op 27 februari 2008 overleed op 76–jarige leeftijd Ivan Rebroff. De zanger met de zware basbaritonstem bezweek aan een hartstilstand in een ziekenhuis in Frankfurt. Rebroff, of Hans–Rolf Rippert bij de burgerlijke stand, werd geboren in Spandau (Berlijn). Zijn moeder was een Russische. Hij specialiseerde zich al vroeg in Russische folklore. Hij werd onder meer beroemd door zijn vertolking van het lied Kalinka. Veertig jaar lang genoot hij met zijn diepe stem wereldfaam in de showbusiness. Naar eigen zeggen kon zijn volumineuze stem 4,5 octaven aan. Hij zong een kleine vijftig gouden platen bijeen. Rebroff leefde de laatste tijd op het Griekse eiland Skopelos.

Koorleden die er bij waren, herinneren zich maar al te goed het optreden van ons koor, samen met Ivan Rebroff, op maandag 15 december 1986. Het kerstconcert bevatte, naast liturgische gezangen uit de Russisch–orthodoxe kerk en enkele klassieke kerstliederen, werken van Bach, Händel, Mozart, Glinka en anderen. Op het orgel speelde Franz Friedl uit Wenen, maar ook onze eigen orgelist Gustaaf Vanheule.

Over muziek gesproken (2)

Muziek wordt terecht de taal van de engelen genoemd.
(Thomas Carlyle)

Als muziek vertaald kon worden in mensentaal, zouden we niet meer hoeven te praten.
(Ned Rorem)

Je kunt onmogelijk langzaam blijven rijden als je naar het laatste deel van de negende van Beethoven luistert.
(Oscar Levant, concertpianist)

Activiteitenkalender

  • Palmzondag, 16 maart, om 11.15 uur in de Sint–Amandskerk.
  • Witte Donderdag, 20 maart, om 19.00 uur in de Sint–Amandskerk.
  • Goede Vrijdag, 21 maart, om 19.00 uur in de Sint–Amandskerk.
  • Paaszaterdag, 22 maart, om 14.30 uur in Ter Dreve
  • en Paaswake, om 20.00 uur in de Sint–Amandskerk.
  • Pasen, 23 maart, om 11.15 uur in de Sint–Amandskerk.
  • Vrijdag 15 augustus om 10.30 uur en om 11.30 uur in de Sint–Bernarduskerk te Nieuwpoort.
  • Zondag 17 augustus om 11.00 uur in de Onze–Lieve–Vrouwekerk te De Panne.
  • Koorreis: zaterdag 13 september (om 07.15 uur ?)
  • Allerheiligen, zaterdag 1 november om 11.00 uur in de Onze–Lieve–Vrouwekerk te De Panne.
  • Allerzielen, zondag 2 november om 19.00 uur in de Sint–Amandskerk te Roeselare.
  • Sint–Cecilia, zaterdag 22 november, om 17.30 uur in de Sint–Amandskerk te Roeselare, waarna koorfeest in de COFAR te Rumbeke.
  • Vrijdag 5 december om 19.30 uur: de Sint komt in het Ruitercentrum.
  • Kerstmis, donderdag 25 december om 11.15 in de Sint–Amandskerk te Roeselare.

Terug