Vocaal Ensemble Sancti Cordis Roeselare

maart 2014

Logo Hartje

Jaargang 28, nummer 2 maart 2014

Jarige componisten (7)

Carl Philipp Emanuel Bach (1714 – 1788)

Op 8 maart jl. was het 300 geleden dat Carl Philipp Emanuel Bach in Weimar werd geboren.

Carl Philipp Emanuel was de tweede zoon van de beroemde Johann Sebastian Bach. Hij werd onder toezicht van zijn vader opgeleid op de Thomasschool en studeerde verder aan de universiteit van Frankfurt. Hij werd klavecimbelspeler aan het hof van Frederik de Grote in Berlijn, waar hij 28 jaar bleef en vooral zijn fluitspelende werkgever moest begeleiden. Daar schreef hij ook een boek over het bespelen van het klavier. In 1768 verhuisde hij naar Hamburg, waar hij Telemann opvolgde als cantor en een rustig welvarend bestaan leidde, omringd door veel muzikale vrienden.

Carl Philipp Emanuel Bach was tijdens zijn leven reeds beroemd. Zijn roem verbleekte echter toen componisten als Mozart en Haydn ten tonele verschenen. Carl Philipp was een heldere en erg logische componist, die nu als een van de kleinere meesters van zijn tijd wordt beschouwd. Zijn werk wordt uiteraard sterk overschaduwd door dat van zijn vader, door wie hij erg is beïnvloed, evenals door Händel en Scarlatti. Zijn werk heeft een sterke emotionele lading die nog onderdrukt wordt door de muzikale conventies uit die tijd. Toch wordt zijn werk beschouwd als een stap in de richting van de romantische Weense traditie. Hij schreef onder meer een aantal mooie symfonieën en prachtige concerten. Het laat zien dat hij als componist zijn tijd ver vooruit was.

Het verdriet van Schubert

Terwijl de mondaine binnenstad van Wenen in een onbezonnen luxe leefde, groeide Franz Schubert op in de armere buitenwijken van de stad. Hij zou er zijn leven slijten, weldra als een paria.

Hij werd geboren op 31 januari 1797 om half twee ´s middags in de keuken van het huis "Zum roten Krebsen" in Himmelpfortgrund. Zijn vader had een klaslokaal op het gelijkvloers van datzelfde huis. Tot 1801 woonden ze daar met zijn zessen op de eerste verdieping, op vijfendertig vierkante meter: een kamer en een keuken. In het hele huis waren zestien "appartementjes". Er woonden permanent een zestigtal mensen. In de wijk verbleven ongeveer 3.000 inwoners in een tachtigtal huizen. Mede door het gebrekkige sanitair – de drinkwaterput vlak naast de beerput – waren besmettelijke ziekten schering en inslag. Bijna de helft van de bevolking stierf aan tyfus. In het gezin van de Schuberts overleden negen kinderen. Franz hield drie broers en een zusje over.

Vanaf het najaar van 1814 staat Franz voor de klas, als hulponderwijzer in het schooltje van zijn vader, zeer tegen zijn zin. Na amper twee jaar kapt hij voorgoed met het schoolmeestersbestaan. Nooit zal hij nog een behoorlijk inkomen hebben. Hij hokt op kleine kamertjes. Geld voor verwarming is er meestal niet. Is het veel te koud, dan schrijft hij in bed. Soms wordt de kamer met twee gedeeld, is er maar één bed, slaapt er iemand op de grond of wordt er om beurten geslapen! In die omstandigheden componeerde Schubert zijn uitgebreide oeuvre bij mekaar in een goeie tien jaar tijd: meer dan 600 liederen, heerlijke kamermuziek, pianomuziek, symfonieën en koorwerk. Maar het was vooral met opera´s dat er geld te verdienen viel. En Schubert had weer geen geluk. Zijn opera´s flopten, als ze al werden uitgevoerd.

Neen, hij heeft geen geluk gehad, onze Schubert, noch als artiest, noch in zijn relaties. Syfilis wordt zijn deel. Het verdriet ligt versluierd achter humor en lichtvoetige composities.

(naar Jos Meersmans)

Portretgalerij (39)

Maximiliaan Stadler (1748–1833)

Met Pasen zingen we de Missa in F van Maximiliaan Johann Karl Dominik Stadler, een Oostenrijkse componist, pianist en musicoloog.

Op 4 augustus 1748 werd Johann Karl Dominik Stadler in Melk geboren, als tweede van negen kinderen.

In 1766 trad hij binnen in het benedictijnenklooster van Melk en kreeg er de naam Maximiliaan. Hij was er prior van 1784 tot 1786. Daarna werd hij abt van het klooster Lilienfeld en vanaf 1789 van het klooster Kremsmünster. Twee jaar later woonde hij in Linz en vanaf 1796 in Wenen, in de buurt van Mozart. Hij was er belast met het keizerlijke muziekarchief.

Vanaf 1803 werkte abbé Stadler als parochiepriester in Grosskrut, tot hij zich in 1816 in Wenen terugtrok om er zich volledig aan de muziek te wijden. Rond de eeuwwende (18de–19de eeuw) was hij een van de meest vooraanstaande musici van Wenen. Hij was niet alleen met Mozart bevriend, maar ook met Joseph Haydn, Ludwig van Beethoven en Franz Schubert. Hij schreef verscheidene essays over Mozart en vervolledigde enkele van zijn onvoltooide werken. Hij werkte ook verder aan een onvoltooid gebleven eerste geschiedenis van de Oostenrijkse muziek.

Stadler stierf op 8 november 1833 in Wenen.

Reactie van musici op het fascisme

Sommige componisten betuigden hun instemming met de fascistische regimes die in de jaren ´30 in Duitsland en Italië aan de macht kwamen. Velen gingen weg, uit protest of omdat ze voor hun leven vreesden. Anderen deden dat niet. Ze vonden dat ze moesten blijven om de culturele waarden van hun land uit dragen.

In Italië

Pietro Mascagni (1863–1945), die grote bekendheid genoot als componist van de opera Cavalleria rusticana, was een groot bewonderaar van de Italiaanse dictator Benito Mussolini en ook van het Duitse fascisme. Hij bezocht Berlijn en componeerde zijn laatste opera Nero uit bewondering voor Mussolini. Zijn muziek werd in binnen– en buitenland door Italiaanse musici geboycot.

Ottorino Respighi (1879–1936) schreef twee symfonische gedichten, Pini di Roma en Feste Romane, waarin hij uiting gaf aan zijn liefde voor klassieke tradities en zijn trots ten aanzien van het nationaal verleden. Nochtans was hij geen voorstander van het fascisme.

Alfredo Casella (1883–1947) en Gian Francesco Malipiero (1882–1973) waren voornamelijk geïnteresseerd in het muzikale verleden van hun land en hadden geen affiniteiten met het fascisme.

Luigi Dallapiccola (1904–1975), de componist van de modernistische opera Volo di notte, was een verklaard tegenstander van het fascisme en moest om die reden onderduiken.

In Duitsland

Richard Strauss (1864–1949) was een man van het compromis. De laatste vijftien jaar van zijn leven speelde hij een ongemakkelijke en dubbelzinnige rol in Hitlers Derde Rijk. Hij was een geëerd kunstenaar, maar zijn persoonlijke culturele idealen stonden lijnrecht tegenover de door het regime gedicteerde opvattingen. De kunstenaar die het nazipamflet tegen Thomas Mann mede ondertekende, was dezelfde man die in 1935 zijn positie als president van de "Reichsmusikkammer" verloor, door zijn samenwerking met de jood Stefan Zweig, die het libretto van Strauss´ opera Die schweigsame Frau schreef. Hij gedroeg zich provocerend door de opera Ariadne et Barbe–bleu van de joodse componist Paul Dukas uit te voeren, maar componeerde tegelijkertijd de duidelijk fascistische hymne voor de Olympische Spelen in Berlijn in 1936. Hij had ook een joodse schoondochter die hij veilig door de oorlog moest zien te loodsen, wat hem ook lukte. Dergelijke tegenstrijdigheden beheersten de laatste jaren van Richard Strauss. Hij heeft nooit openlijk zijn steun betuigd aan Hitler, maar zijn besluit om in Duitsland te blijven, werd sterk afgekeurd door collega´s die waren weggegaan.

Richard Wagner

Zoals Mussolini in Italië Verdi´s opera´s misbruikte om zijn fascistische ideeën te propageren, zo werd, met hetzelfde doel, het aanwezige nationalisme in de opera´s van Richard Wagner (1813–1883) in Duitsland door Hitler enorm aangedikt en uitgebuit.
Richard Wagner gebruikte zijn opera´s om de Teutoonse cultuur, mythe en legende nieuw leven in te blazen, met als hoogtepunt Parsifal, een ronduit antisemitische lofzang op het arische christendom. Wagner probeerde zelfs de joodse dirigent van Parsifal zijn geloof te laten verloochenen en de christelijke doop te aanvaarden voordat hij de kostbare partituur mocht aanraken. Vijftig jaar later misbruikten de nazi´s Wagners opera´s op afgrijselijke wijze. Zijn opera´s waren een sterk cultureel wapen. Hitler liet zich graag fotograferen op het Wagner Festival in Bayreuth, in het gezelschap van de familie Wagner.

Uittocht

In maart 1933 gaf de componist Arnold Schönberg les aan de Pruisische Kunstacademie in Berlijn. Toen hij van de directeur hoorde dat Hitler besloten had om "een eind te maken aan het joodse bolwerk binnen de Westerse muziek" stopte hij meteen met lesgeven. Kort daarop vertrok hij met zijn gezin naar Amerika, in 1940 gevolgd door Hindemith, Weill, Bartók en Strawinsky. Dat betekende een groot verlies voor de Europese muziek, maar een aanwinst voor de Amerikaanse.

Varia

Zingen is goed voor uw gezondheid

Wetenschappers van de universiteit van Frankfurt hebben het uitgebazuind: zingen is gezond en het versterkt het immuunsysteem.
Voor hun resultaten hebben ze zich gebaseerd op bloedtests die ze afnamen bij leden van liefhebberskoren. De stalen werden afgenomen voor en na het zingen van een requiem van Mozart.
Tijdens het zingen was het niveau van immuunglobulin A en cortisol – twee belangrijke factoren voor een goedwerkend immuunsysteem – beduidend hoger.

Mp3–speler

In Vlaanderen heeft 16 procent van de 18– tot 30–jarigen een gehoorschade van meer dan 40 procent. Als die trend zich voortzet, is in 2030 de helft van de bevolking gehoorgestoord.
Voor professor Bart Vinck van het Universitair Ziekenhuis in Gent hoort de mp3–speler bij de grootste boosdoeners. Veel iPods (van Apple) kunnen bijvoorbeeld 130 decibel produceren, terwijl de veilige grens 75 tot 80 decibel is. Vinck: "Aan mijn eigen kinderen geef ik de raad om de volumestand maar op de helft te zetten en maximaal één uur per dag te luisteren."
Nog een andere tip: "Zo´n ouderwetse grote hoofdtelefoon die je op elke oorschelp draagt, richt veel minder schade aan dan de inwendige oortjes."

(Uit Lof der Stilte, Manu Adriaens)

Activiteitenkalender

  • Palmzondag, 13 april 2014, om 11.00 uur in de Sint–Amandskerk.
  • Witte Donderdag, 17 april 2014, om 19.00 uur in de Sint–Amandskerk.
  • Paaszaterdag, 19 april 2014, om 14.30 uur in De Waterdam en Paaswake, om 20.00 uur in de Sint–Amandskerk.
  • Pasen, 20 april 2014, om 11.00 uur in de Sint–Amandskerk.

Good Luck aan allen die deelnemen aan de veldslagen van
het Vijfde Ardennenoffensief!
 

Terug