Vocaal Ensemble Sancti Cordis Roeselare

september 2008

Logo Hartje

Jaargang 22, nummer 4 september 2008

Verslag koorreis

Op zaterdag 13 september 2008 had om 10.30 uur de uitvaartplechtigheid plaats van onze ereburgemeester Daniël Denys, maar uren vroeger waren wij al vertrokken naar de Noorderkempen. Jan had het eindelijk zo ver gebracht dat hij bij het begin van de busrit het Onze Vader zonder enige hapering kon opzeggen. Nu wou Gilbert nog dat hij tegen volgend jaar de litanie van Sint–Kristoffel kent. Onbegonnen werk!

Bij 10° C buitentemperatuur en nevelig herfstweer zou Jean–Pierre ons met de St.–Christophecar via de E17 en de E34 naar Dessel brengen. Appelflap en boterkoek (met de nodige pilletjes), opgediend op fleurige plateautjes, moesten ervoor zorgen dat we de meer dan twee uur durende rit met voldoende energie konden uitzitten. Even dachten we dat we geflitst werden voor overdreven snelheid, maar het was onze specialist fotograaf–cineast die ons op de "gevoelige plaat" zette.

We reden voorbij Gierle, waar onze Roeselaarse wereldkampioen Jean–Pierre Monséré (Jempi) in 1971 verongelukte.

In Dessel loodsten twee welbespraakte en onderhoudende gidsen ons door Isotopolis, het informatiecentrum over radioactieve afvalstoffen. Ze leerden ons alles over alfa–, bèta– en gammastralen, over barrières, als daar zijn: papier, lood en beton en over de meeteenheden becquerel (voor radioactiviteit) en sievert (voor stralingsdosis). In de nevelkamer zagen we hoe radioactieve straling zichtbaar gemaakt kan worden. Na een korte koffiepauze bezochten we per bus Belgoprocess, het domein waar tienduizenden netjes opgestapelde afvalvaten liggen te wachten tot er een definitieve oplossing komt voor de berging ervan.

Dan ging het nog wat meer noordwaarts, richting Postel. In gasthof De Beiaard deden we ons tegoed aan pompoensoep, koninginnenpasteitjes en Kempens gebak. Vlak ernaast liepen we de poort van de abdij van Postel binnen. Twee charmante dames namen ons op sleeptouw door het domein. De bibliotheekzaal toonde ons een deel van de daar bewaarde eeuwenoude handschriften en wiegendrukken, of kopies ervan. De kerk, Romaans van oorsprong, maar met gotische en renaissance renovaties, doet ook dienst als parochiekerk voor de 250 inwoners van Postel. De gidsen, zowel van Desssel als van Postel, hebben we bedankt met een a capella uitvoering van Alta Trinita.

In de vooravond bracht de bus, met een opgelapte voorruit aan de chauffeurszijde, ons naar het Populierenhof in Hulste. Daar konden we traditiegetrouw de verbruikte energie weer aanvullen. Speciale hulde moet hier nog gebracht worden aan de twee kreupelen, Tom en Ive, die zonder verpinken de zo lange uitstap doorstaan hebben! Dank aan tenoren en feestcomité voor deze fijne dag!

Ter herinnering:

Isotopolis in Dessel

Isotopolis is een informatiecentrum over radioactieve afvalstoffen en is opgericht vlak naast de plaats waar dat verwerkt wordt (Belgoprocess).

Het is opgebouwd rond drie thema’s:

  • De radioactiviteit.
  • De verwerking van radioactieve afvalstoffen.
  • De berging van radioactieve afvalstoffen.

Het is een initiatief van NIRAS, de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en Verrijkte Splijtstoffen. Sinds 1980 is NIRAS door de overheid belast met het beheer van al het radioactief afval dat op Belgisch grondgebied wordt voortgebracht.

Een dochtermaatschappij van NIRAS is Belgoprocess dat sedert 1984 alle technische verwezenlijkingen uitvoert die noodzakelijk zijn voor de verwerking en de opslag van nucleair afval.

De abdij van Postel

Op het kruispunt van de weg van Antwerpen naar Keulen en de verbinding Leuven – ’s Hertogenbosch stichtten de norbertijnen uit Floreffe omstreeks 1140 een klooster. Mede door de steun van Albrecht en Isabella werd Postel in 1618 een autonome abdij. Rond die tijd kreeg het ook bouwkundig aanzien: de 1.200 meter lange ringmuur, de beiaardtoren in Vlaamse renaissance en het koorgestoelte.

De abdij ligt in een oase van stilte, in de noordelijkste uithoek van de gemeente Mol, vlak tegen de Nederlandse grens, in een bosrijke omgeving.

Van oudsher ontgonnen de norbertijnen de streek: ze deden aan landbouw, veeteelt en bosbouw. Om in hun eigen onderhoud te voorzien, brouwden ze bier en maakten ze kaas. Ondertussen is dat uitgegroeid tot een ware, ambachtelijke industrie.

Het gamma Postelbieren omvat de Dubbele, de Blonde Dubbele, de Tripel en het Kerstbier. In 1943 werden de roodkoperen brouwketels uit geldgebrek verkocht. Nu is het de brouwerij De Smedt uit Opwijk die voor het hele gamma van Postelbieren instaat.

Postel vormt samen met Westmalle en Orval het enige trio van abdijen die nog beschikken over een echte abdijkaasmakerij. Daarbij zijn het enkel Westmalle en Postel die nog over een eigen veestapel beschikken.

In 1994 werd met de kweek van kruiden begonnen. Tegenwoordig is de kruidentuin vooral bekend omwille van de teelt van de ginsengwortel, maar daarnaast worden er veel andere kruiden gekweekt. Dat alles resulteert in de handmatige productie van allerhande tincturen en crèmes, oliën en siropen, zelfs jenevers en likeuren.

Het bezinningscentrum trekt elk jaar honderden gegadigden aan.

En wist je ...

... dat sedert juni laatstleden de Postelse abdijkaas officieel als Vlaams streekproduct erkend is door het Vlaams Centrum voor Agro– en Visserijmarketing (Vlam)?

... dat er, naast Postel, in Vlaanderen nog vier norbertijnenabdijen zijn? Averbode, Grimbergen, Heverlee en Tongerlo.

... dat norbertijnen ook premonstratenzers of witheren genoemd worden?

... en dat er in Vlaanderen nog 21 bewoonde abdijen zijn?

  • 4 voor trappisten en trappistinnen
  • 2 voor cisterciënzers en cistercenzerinnen
  • 5 voor norbertijnen
  • 9 voor benedictijnen en benedictinessen
  • 1 voor kanunnikessen van het Heilig Graf

Vanwaar komen we? (4)

Maria woont in de ’s Gravenstraat.

Het is een verbindingsstraat tussen de Dokter Delbekestraat (1) en de Hippoliet Spilleboutdreef (2). De ’s Gravenstraat werd samen met enkele andere straten in de wijk ’t Hof van ’t Henneken op grond van de familie de Limburg–Stirum uit Rumbeke aangelegd. Die verkavelende familie is van adel en draagt de titel "graaf". Deze straatnaam verwijst daarnaar.

Net als de nabijgelegen Jozef De Meesterstraat (3) en de Dokter Delbekestraat werd de ’s Gravenstraat in de jaren ‘20 geopend. In 1927 werd het ontwerp voor de rioleringen goedgekeurd, net zoals dat voor het aanleggen van borduren, watergreppels en voetpaden in cementtegels. De kasseien uit de jaren ‘30 werden in 1957 uitgebroken, opnieuw gelegd en met een bitumenmacadam overdekt.

Verscheidene Roeselaarse schepenen die voor of tijdens de Eerste Wereldoorlog overleden waren, hebben kort daarna in deze wijk een straatnaam gekregen:

(1) Julien Delbeke werd in 1859 in Torhout geboren. Na zijn studies in Roeselare, trok hij naar Leuven, waar hij als student medicijnen zich inzette voor de Vlaamse Beweging. In 1886 vestigde hij zich als arts in Roeselare. Hij ijverde voor het oprichten van een grafmonument voor Rodenbach. In 1892 werd hij voorzitter van het letterkundige genootschap De Vriendschap. Hij schreef in 1905 De Mandelstad, een dichtwerk over Roeselare. In 1895 was hij gemeenteraadslid geworden en van 1904 tot aan de Eerste Wereldoorlog was hij volksvertegenwoordiger voor de Katholieke Partij. Hij overleed in 1916 in Roeselare. Minder dan tien jaar later was al een straat naar hem genoemd.

(2) Hippoliet Spillebout werd in 1835 geboren in Roeselare. Hij was huidenvetter van beroep. Van 1870 tot 1908 was hij gemeenteraadslid. Hij behoorde tot de Katholieke Partij. Hij was ook een paar jaar schepen, maar zijn hoogtepunt kwam in 1886 toen hij Jan Mahieu– Carpentier als burgemeester opvolgde. Hij zou in dienst blijven tot hij in 1908 door Jan Mahieu–Liebaert, kleinzoon van de vorige burgemeester, werd opgevolgd. Onder Hippoliet Spillebout kwamen de spoorweg Roeselare–Menen en de tramlijnen Roeselare–Hooglede en Roeselare–Tielt tot stand.

(3) Jozef De Meester werd in 1866 in Roeselare geboren. Hij was, net als zijn vader, handelaar en politiek actief. In 1904 werd Jozef gemeenteraadslid en enkele jaren later schepen van financiën. Hij zou schepen blijven tot aan zijn dood in 1917. Sedert 1913 zetelde hij ook in de provincieraad. Eind augustus 1917, bij de grote evacuatie van de stad, verliet hij Roeselare, net zoals alle schepenen en de burgemeester. Hij zou nooit meer terugkomen. Hij overleed in Sint–Lambrechts–Woluwe.

What’s in a name?

(13) De sousafoon

Een koperen blaasinstrument met verstelbare klankbeker. Hij gelijkt op een grote tuba. Naar de Amerikaanse dirigent en componist John Philip Sousa.

Sousa werd geboren als derde van tien kinderen van een Portugese vader en een Beierse moeder. Vanaf zijn zesde studeerde hij viool, piano, fluit, kornet, bariton, trombone en althoorn. Nadat hij op zijn dertiende gepoogd had er met een circusband vandoor te gaan, haalde zijn vader hem als leerling bij de marine. Sousa was van 1880 tot 1892 directeur van de Amerikaanse marinemuziekkapel. Hij vormde achteraf een eigen ensemble onder de naam Sousa Band, waarmee hij grote bijval oogstte in Amerika en Europa. Later maakte hij ook een wereldtournee. Hij componeerde, naast een aantal minder bekende komische opera’s, meer dan honderd populaire Amerikaanse marsliederen, zoals "The Stars and Stripes Forever", "The Washington Post" en "Liberty Bell", onsterfelijk geworden door het themadeuntje van Monty Python. Sousa werd opgenomen in de Hall of Fame for Great Americans.

De sousafoon, een reusachtige contrabastuba, zit om de muzikant heen, met een naar voren gerichte beker. Hij werd in 1899 ontworpen door Charles Gerard Conn die het naar Sousa noemde. Conns instrumenten– firma bestaat nog altijd. De sousafoon maakt vooral deel uit van militaire muziekkapellen.

Varia

Bazielhumor

Baziel gaat naar het kantoor van de VDAB.
Bediende: "En wat is uw specialiteit?"
Baziel: "Jagen op groot wild."
Bediende: "Er zit hier toch geen groot wild."
Baziel: "En waarom peins je dat ik werkloos ben?"

Woordspelingen

Afslanktips: daar ben je vet mee.

Van mensen die nooit wat geven, daar krijg ik wat van.

Echtgenoten: de verleden tijd van echt genieten.

Elisabethwedstrijd

Op zaterdag 24 mei ll. werd de Hongaarse tenor Szabolcs Brickner uitgeroepen tot winnaar van de Elisabethwedstrijd voor zang. Onder de twaalf finalisten waren geen Belgen. Twee landgenoten, de bariton Sébastien Parotte en de sopraan Iris Luypaers, strandden in de halve finale.

Weet je nog wie de vorige zangeditie won? (Antwoord 1 op p. 652)

Eurovisiesongfestival

Diezelfde avond kreeg in Belgrado het 53ste Eurovisiesongfestival zijn beslag. De Rus Dima Bilan, die twee jaar geleden tweede werd, won nu met het liedje "Believe". De Belgische groep Ishtar met zangeres Soetkin en het liedje "O Julissi" viel af in de halve finale.

Weet je nog wie verleden jaar won? (Antwoord 2 op p. 652)

Dank

Dank aan de "dirigenten ad interim", Annelies en Tom, die ons koor een goede dienst bewezen door de taak van Dirk over te nemen. Uiteraard ook dank aan Peter om ons uit de nood te helpen!

Over muziek gesproken (3)

In een opera wordt altijd te veel gezongen.
Claude Debussy

Mijn muziek wordt het best begrepen door kinderen en dieren.
Igor Strawinsky

Om harmonie te scheppen, zal de componist zich ook moeten verdiepen in klanken die niet harmonieus zijn.
Plutarchus

Antwoord 1 bij p. 651 : De Poolse sopraan Iwona Sobotka.

Antwoord 2 bij p. 651: De Servische Marija Serifovic met "Molitva".

Activiteitenkalender

  • Allerheiligen, zaterdag 1 november om 11.00 uur in de Onze–Lieve–Vrouwekerk te De Panne.
  • Allerzielen, zondag 2 november om 19.00 uur in de Sint–Amandskerk te Roeselare.
  • Sint–Cecilia, zaterdag 22 november om 17.30 uur in de Sint–Amandskerk te Roeselare, waarna koorfeest in zaal COFAR te Rumbeke.
  • Vrijdag 5 december om 19.30 uur: de Sint komt in het Ruitercentrum.
  • Kerstmis, donderdag 25 december om 11.15 uur in de Sint–Amandskerk te Roeselare.

Terug