Vocaal Ensemble Sancti Cordis Roeselare

september 2011

Logo Hartje

Jaargang 25, nummer 5 september 2011

Vanwaar komen we ? (21)

Annelies, Leen en Hae Kwon wonen in Gent.

Gent telt ruim 120.000 inwoners. Met de deelgemeenten Afsnee, Desteldonk, Drongen, Gentbrugge, Ledeberg, Mariakerke, Mendonk, Oostakker, Sint–Amandsberg, Sint–Denijs–Westrem, Sint–Kruis–Winkel, Wondelgem en Zwijnaarde bedraagt het aantal inwoners ca. 240.000. Daarmee is Gent naar inwonertal de tweede grootste gemeente van België, na Antwerpen.

Het oudste deel van de stad is gebouwd op een eiland tussen Schelde en Leie.

Gent is bij heel wat Belgen sinds hun lessen vaderlandse geschiedenis goed bekend als de stad van Jacob van Artevelde, net zoals ze Brugge vereenzelvigen met Jan Breydel en Pieter De Coninck.
In het buitenland dankt Gent zijn naam aan het retabel van het Lam Gods van de gebroeders Van Eyck in de Sint–Baafskathedraal en, niet het minst, aan het feit dat het de geboortestad is van Keizer Karel V. Diens geboortejaar blijft zelfs goed in de herinnering hangen: 1500.
De Gentenaars zijn de "stroppendragers". Die naam herinnert aan de genadeloze bestraffing van de Gentenaars door Keizer Karel na de Gentse opstand van 1540.

Bij de naam Gent denken sommigen onwillekeurig ofwel aan de Zesdaagse van Gent in het Kuipke, ofwel aan AA Gent (la Gantoise en de Buffalo’s) in het Ottenstadion, ofwel aan de Gentse Floraliën in Flanders Expo, ofwel aan de Gentse Feesten in de binnenstad. Maar Gent biedt nog veel meer. Zijn geschiedenis, evenals zijn stedelijk patrimonium, is vergelijkbaar met dat van Brugge of Antwerpen.

En ... onze drie voornoemde koorleden bevestigen het gezegde dat Gent de hoofdstad van de West–Vlamingen is!

Muzikaal alfabet (13)

N

  • Neumen
    • Toontekens in de handschriften van de gregoriaanse muziek.
  • None
    • De negende toon vanaf de grondtoon.
  • Noneakkoord
    • Dissonant akkoord, bestaande uit de prime, terts, kwint, septime en none.
  • Nocturne
    • Eigenlijk een "nachtstuk", verwant met een serenade.
      Het is een kort, muzikaal stuk, meestal pianomuziek, in een traag tempo, met een dromerig, romantisch karakter. John Field is de "uitvinder" van het genre, maar het is Chopin die de mooiste voorbeelden van Nocturnes heeft geschreven. Ook de Drie nocturnes voor orkest van Debussy behoren tot beste werken van dat fascinerende genre.

Portretgalerij (30)

Bernhard Kothe (1821–1897)

Het lied Jesu, dulcis memoria, dat we in het voorjaar van onder het stof haalden, is een hymne uit de vespers van de zondag tussen nieuwjaar en Driekoningen, het feest van "de Zoete Naam Jesus". Het werd geschreven door de Duitse componist Bernhard Kothe.

Hij werd in 1821 te Gröbnig geboren. Hij ontving zijn eerste muzikale vorming in Breslau en later in Berlijn. Hij was zangleraar aan het gymnasium in Oppeln (nabij Breslau) en werd later benoemd tot koninklijk muziekdirecteur te Breslau. Hij stichtte er een afdeling van het Cäcilienverein tot verspreiding van de rooms–katholieke kerkmuziek. Het gezag van deze vereniging was enorm in de kerkmuziek tussen pakweg 1860 en 1920. Dat blijkt ook uit de encycliek Motu propio van paus Pius X uit 1903, waarin hij naast het gregoriaans de klassieke polyfone stijl van Palestrina als norm voor de toenmalige compositie van kerkmuziek dicteert.

Bernhard Kothe was niet alleen componist van orgel– en kerkmuziek, maar hij schreef ook pamfletten over kerkmuziek en gaf een zeer bekende verzameling uit van motetten (o.a. van Palestrina) voor mannenstemmen a cappella, genaamd Musica Sacra. Hij had nog twee broers die, zoals hijzelf, kerkmuziek utgaven.

Bernhard Kothe stierf in Breslau in 1897.

Muzikale koorreis (10–09–11)

De weersvoorspellers hadden het al een paar dagen aangekondigd en ze hadden gelijk: zaterdag 10 september was een stralende dag!
Ideaal voor de koorreis, in elkaar gebokst door de bassen.

Iedereen was keurig op tijd. We vertrokken zelfs vóór het voorziene tijdstip (hopelijk zou dit geen probleem opleveren voor Jan met zijn tijdsplanning). Het gebruikelijke busontbijt werd deze keer voorafgegaan door bubbels en fruitsap (waarvoor dank). De sfeer zat er dan ook meteen in. Tijdens het ontbijt vlogen de kilometers voorbij en rond de klok van 10 dropte de bus ons in Brussel.

Wat niet op het programma stond, was de speurtocht naar de Muntschouwburg. Velen dachten de man met de cello te moeten volgen, maar misschien was dit een valstrik ... Dus met zijn allen de andere kant op ... Niet voor lang echter. Even de kaart erbij gehaald. Conclusie: terugkeren. Eens in de Munt kregen we de opdracht van de reisleider ons in twee groepen in te delen (38 in twee, hoe was dat nu ook weer? Of moest het toch niet zo precies zijn?)
Beide groepen kregen eerst een rondleiding door de schouwburg zelf, daarna kwamen de ateliers aan de beurt.
In de schouwburg vielen verschillende zaken op: veel pracht en praal, veel gangen, veel trappen, mooie koninklijke loges met slecht zicht, een stijlvolle foyer, – tiens, een man met een cello – , nog een groep (ach ja, dat was die andere helft van 38) ... Aan ons groepje werd gevraagd of we eens iets wilden zingen in de grote zaal, maar bescheiden als we zijn en zonder dirigent hebben we die kans aan ons laten voorbijgaan.
In de ateliers was ook veel te zien en kregen we opnieuw een interessante uiteenzetting. Bij het miniatuurtheatertje dwaalde ‘the phantom of the opera’ blijkbaar nog rond want een en ander durfde nogal eens haperen.

In de inkomhal werden de twee groepen weer verenigd. Tijd om ons te verplaatsen richting restaurant. Een tweede speurtocht? Ach ja, we zouden het voorzichtig doen nu, zei onze reisleider.

Aangekomen bij ‘Le manneke’ (Brussel is tweetalig), begaven we ons naar de bovenste verdieping. We waren ons toen al goed aan het specialiseren in het nemen van trappen. We werden er vlot bediend en hebben er goed gegeten. Met al die kippen aan tafel werd er flink wat gekakeld. Jan zou de drank afrekenen, maar de dienster was hem te vlug af.

Na de maaltijd was het, voorzichtig, richting MIM. Toen we de overkant van de Grote Markt bereikt hadden, wou Jan dat er niemand meer vóór hem zou lopen. Ja, nogal moeilijk met al dat volk daar. Geen idee hoe steil de heuveltjes van Erica zijn, maar die van Brussel zijn ook niet mis. Ach ja, nog wat trappen tussendoor en dan stonden we voor het prachtige gebouw van het MIM. 38 delen in drie ging nog redelijk vlot en in drie richtingen vertrokken we dan ook door het museum. We bezochten drie verdiepingen en zagen heel wat mooie, merkwaardige, oude instrumenten. Er werd ons ook iets verteld over de trompet en vooral over de trompettisten. Er was iets raars mee, maar dat herhaal ik hier liever niet. Onze gids vertelde heel veel en ging dan vlug naar de volgende kast. Een andere groep deed het iets rustiger en ‘gezetener’. Zij hadden wellicht beter dan wij dat ‘voorzichtig aan doen’ van onze reisleider onthouden.

Daar onze bus niet echt meer in de omgeving stond, werd de wandeling naar de Zavel aan de kant geschoven. Dan maar met zijn allen op naar het terras van het MIM. Velen hadden al trappen genoeg gezien, zodat ze kozen voor de lift. Samen met het afval gingen we richting tiende verdieping. Een prachtig terras, mooie vergezichten, maar de bediening deed het heel voorzichtig ... We hebben toch nog genoten van een drankje, waarna we terug afdaalden.

We wandelden, weeral voorzichtig, richting Sint–Michielskathedraal. De bus kwam ons ophalen bij de trappen (...). De terugrit verliep vlot. Er waren er wel een paar die plots nattigheid voelden. Iemands water gebroken? Een lek? Er werd voorgesteld niet meer te remmen, maar daar ging de chauffeur niet echt mee akkoord. Hij kon best nog lachen met de plaatselijke regenbuien in zijn bus. In het Populierenhof konden we genieten van een rijk gevuld bord na een heerlijke dag.

Nog eens dank aan de organisatoren!

Tom Parmentier

De Munt: Vanwaar die naam? De eerste schouwburg werd opgericht op de plaats waar vroeger een muntslagerij stond. Op de drempel van de 21ste eeuw vierde de Munt zijn 300–honderdjarig bestaan.

Het MIM: Sinds 2000 huist het MIM in een prachtig gerestaureerd complex dat bestaat uit een art nouveau constructie en een classicistisch hoekgebouw aan het Koningsplein. Het bezit een collectie van om en bij de 700 muziekinstrumenten, een verzameling met wereldfaam. Er komen jaarlijks meer dan 250.000 bezoekers over de vloer.

Varia

Recordprijs voor Stradivarius

De "Lady Blunt"–Stradivarius werd in juni laatsleden te koop aangeboden door de Nippon Music Foundation in Japan. Tijdens een online veiling wisselde ze van eigenaar voor een bedrag van 9,8 miljoen pond (11 miljoen euro). De opbrengst gaat naar de slachtoffers van de aardbeving in Japan.

De snaarinstrumenten van Stradivarius – er zijn er zo’n zeshonderd bekend – kregen koosnaampjes naar hun vroegere eigenaars. De Lady Blunt is genoemd naar de kleindochter van Lord Byron. Anne Isabella Blunt had ze in de 18de eeuw dertig jaar in haar bezit.

Antoni Stradivari (1644–1737) bevestigt met dat recordbedrag zijn mythische status. Aan zijn violen worden onaardse kwaliteiten toegedicht. Generaties van kenners en topmuzikanten, van Paganini tot Yehudi Menuhin en Itzhak Periman, hebben ze bejubeld. En bespeeld, want een Stradivarius heb je niet om in de kast te laten liggen. De Italiaanse vioolbouwer was tot zijn negentigste actief in zijn atelier in Cremona. Hij bleef er zoeken naar de ultieme perfectie en verfijning. De kwaliteit van een Stradivarius heeft te maken met de superioriteit van de afwerking, de perfecte vorm en de intensiteit van de klank.

De collectie van de Nippon Music Foundation telde tot voor kort achttien Stradivariussen. Ze worden ter beschikking gesteld van jong talent. Bij ons krijgen laureaten van de Elisabethwedstrijd voor viool voor drie jaar een Stradivarius van de Japanse stichting te leen.

Welkom

We zijn blij dat we in september een nieuw koorlid mochten verwelkomen. Voortaan komt Michaël Callens de rangen van de tenoren versterken. We wensen hem veel zanggenot en vriendschap!

Bij de start van de eerste repetitie van dit najaar werd hij verwelkomd met het in canon gezongen vers
Make new friends but keep the old,
one is silver but the other gold.

Dubbele proficiat

Carine en Filip mochten zich op 27 mei 2011 verheugen bij de geboorte van hun tweede kleinkind Laura Casier, dochtertje van Stijn en Isabelle Vandeghinste

en op 8 juni 2011 bij de geboorte van hun derde kleinkind Victor Casier, zoontje van Thijs en Steffie Vancompernolle.

Activiteitenkalender

  • Dinsdag 1 november 2011, Allerheiligen, om 11.00 uur in de Onze–Lieve–Vrouwekerk te De Panne.
  • Woensdag 2 november 2011, Allerzielen, om 19.00 uur in de Sint–Amandskerk te Roeselare.
  • Zaterdag 19 november 2011, Ceciliaviering, om 17.30 uur in de Sint–Amandskerk te Roeselare (UNIFORM). Om 19.30 uur Ceciliafeest in Cofar te Rumbeke.
  • Vrijdag 9 december 2011, om 19.30 uur bezoekt de Sint het Ruitercentrum.
  • Zondag 25 december 2011, Kerstmis, om 11.30 uur in de Sint–Amandskerk te Roeselare (UNIFORM).

Terug