Jaargang 23, nummer 1 januari 2009
‘t Is Nieuwjaar overal, ‘t zijn alweêr nieuwe dagen, die rijzen in den oost, met ‘t jonge zonnelicht; al ‘t oude zij voorbij, en, vrij van alle plagen, zoo weze uw levensloop voortaan weer ingericht. Dus wenschen wij, die u van herten wel beminnen, dat ‘t nieuwgeboren jaar, vandage en elken dag, dien God u leven laat, van buiten en van binnen, gelijk een kruidekoek, vol zoetheid wezen mag. Guido Gezelle
Afgekort tot K.V. Het is de chronologische index van Mozarts werken.
Genoemd naar Ludwig Alois Friedrich Ritter von Köchel, een Oostenrijks musicoloog (1800–1877).
Köchel speelde goed cello, maar was geen professionele musicus. Hij studeerde rechten in Wenen en werd in 1827 privéleraar van de vier zonen van aartshertog Karel.
In 1842 werd hij met het Ridderkruis van de Leopoldsorde onderscheiden. Vanaf toen leefde hij van zijn fortuin. Voor zijn botanische interesse reisde hij half Europa af en verzamelde hij 13.000 planten. Hij schreef een boek over de mineralen in het hertogdom Salzburg en over muziek aan het Oostenrijkse hof. In 1865 publiceerde hij een reeks onuitgegeven brieven van Beethoven. Muziek was zijn grote passie en hij componeerde zelf ook wel wat kamermuziek.
In 1851 kwam hij op het "krankzinnige idee" het werk van Mozart in kaart te brengen. Nauwelijks een derde van het vermoede verzamelde werk was in een onoverzichtelijke chaos van drukwerken gepubliceerd. Copyright bestond toen nog niet. Andere componisten vonden het niet abnormaal om werk van Mozart onder hun eigen naam uit te brengen. Een zesde lag door vernietiging bedreigd in een pakhuis in Offenbach. Köchel werd de redder van die sluimerende schat. De rest was in originele manuscripten, afschriften en kopieën over de hele wereld verspreid. Mozart was al zestig jaar dood. Köchel zocht tien jaar lang in Engeland, Italië, Duitsland, Rusland en Oostenrijk naar het Mozart–materiaal. Het resultaat was een boekwerk van 1.023 bladzijden dat niet alleen een overzicht geeft van Mozarts oeuvre, maar evenzeer van diens koortsachtige leven. Het kreeg als titel Chronologisch–thematisches Verzeichnis sämtlicher Tonwerke Wolfgang Amadeus Mozarts, nebst Angabe der verlorengegangenen, zweifelhaften und unterschobenen Kompositionen. Köchel moest 20.000 mark uit zijn eigen zak betalen om het bij uitgeverij Breitkopf en Härtel in 1862 te publiceren.
Hij rangschikte op die manier 622 zuivere Mozartiana. De twijfelgevallen bracht hij samen in een Anhang die 294 nummers beloopt.
Bij ieder nummer vind je alle informatie over het werk. Interessant zijn vooral de Anmerkungen. Daarin staan de aanleiding tot de compositie, de plaats waar het werk werd geschreven, waar de eerste uitvoering plaats vond, de acties die Mozart die dag of die week ondernam, aardigheden die hij over het werk van zijn vader of andere mensen schreef, de ontvangst van het werk, het oordeel van belangrijke tijdgenoten en de afwijkingen die sommige uitgaven ontsieren.
Twee jaar voor zijn dood bekostigde Köchel ook de publicatie van Mozarts verzameld werk. Alfred Einstein, een neef van de fysicus, publiceerde in 1937 een grondige herziening van de Verzeichnis. De Amerikaanse onderzoeker Neal Zaslaw kreeg inmiddels de opdracht een "nieuwe Köchel" te schrijven.
Ludo woont in de Boomgaardstraat.
De Boomgaardstraat is de verbindingsstraat tussen het Zwaanhof en de Bergmolenstraat met verschillende doodlopende uitlopers. De straatnamen tussen de Meenseheirweg en de Vijfwegenstraat verwijzen allemaal naar toponiemen. Die werden uit het boek Toponymie van Roeselare van Désiré Denys gehaald. De Boomgaardstraat werd naar de herberg De Groene Boomgaard genoemd. Die herberg wordt al in 1910 vermeld. Ze lag evenwel niet in de onmiddellijke nabijheid van de Boomgaardstraat, maar aan de Vijfwegenstraat in de omgeving van de huidige Watertorenstraat. In de jaren ‘90 werd de straat verlengd. Aanvankelijk wilde men het verlengde Hofstedenstraat noemen naar de vele verdwenen hofsteden in Roeselare, zoals de hofstede ‘t Zwaentje in deze wijk. Uiteindelijk trok men toch maar de bestaande straatnaam door.
Flavie: Baziel, zou je niet eens op zoek gaan naar werk?
Baziel: Awel ’t is goed.
Een uur later:
Baziel: ‘k Heb goed nieuws, Flavie!
Flavie: Ah, werk gevonden?
Baziel: Ja, en je mag morgen al beginnen!
De pastoor had nu eindelijk voldoende geld en sponsors gevonden om een nieuwe geluidsinstallatie in de kerk te kunnen plaatsen. Die zondag zat er meer volk in de kerk dan gewoonlijk, maar de micro deed het niet. De koster had er nog wat aan geprutst, maar dat mocht niet baten. Juist voor de mis zou beginnen, zei de pastoor:
"Beste mensen, gelieve ons te verontschuldigen. Er is iets mis met de micro."
En de hele kerk, die niks verstaan had, antwoordde: "En met uw geest."
Een tweederangs tenor was zo aangenaam verrast, toen hij het publiek na zijn grote aria "Encore" hoorde roepen, dat hij prompt opnieuw begon te zingen. Hetzelfde scenario herhaalde zich daarna en hij ging er vol enthousiasme voor de derde keer tegenaan. Uiteindelijk klonk er een bulderende stem van op het balkon: "Nog eens! Doe het nog eens! En blijf het doen tot je het kunt!"
Wat tellen schapen als ze niet kunnen slapen?