Vocaal Ensemble Sancti Cordis Roeselare

mei 2008

Logo Hartje

Jaargang 22, nummer 3 mei 2008

2de Ardennenoffensief

Een donderslag bij heldere hemel... Het bericht over de gezondheidsperikelen van onze bevelhebber (D.B.)*, drie dagen voor het 2de Ardennenoffensief zou losbarsten, verduisterde de mooie vooruitzichten. Gelukkig kon de Medical Staff algauw melden dat de bedlegerige patiënt vanuit het lazaret de veldslagen zou blijven leiden. De verkenners hadden reeds op 2 februari het terrein grondig gescreend. Zo konden op vrijdag 11 april de logistieke diensten zonder noemenswaardige problemen zorgen voor de ravitaillering van de manschappen. Voor het duister inviel, kwamen de soldaten in kleine colonnes de erekoer van het hoofdkwartier Georges I in Ligneuville opgereden. De troepen werden ingekwartierd. Sommigen waren al direct van corvee: een matras versleuren, een gammele kleerkast rechtzetten, lampen indraaien.

Na deze inleidende zware dagmars konden we in de mess op adem komen. Een briefing van de achtergebleven bevelvoerder moest dienen om het moreel van de manschappen op te krikken. Een drink, met alles erop en eraan, aangeboden door de onfortuinlijke commandant en zijn verwanten, werd gevolgd door een Italiaans ogende maaltijd, bereid door enkele vrouwelijke strijdkrachten (L.D en N.N.). Bij deze niet–alledaagse soldatenkost werden enkele tonnetjes wijn opgediend, betaald met de schamele soldij van een medekrijger (W.W.). Intussen werd door twee schildwachten (J.W. en C.D.) buiten een rookgordijn opgetrokken om de kampeerplaats aan vijandelijke blikken te onttrekken. Even werd gevreesd voor een inval van Hollandse troepen, maar weldra bleek dat ze vreedzame bedoelingen hadden. Ze hadden zelfs een waakhond bij, die niet alleen voor hun, maar ook voor onze veiligheid zou zorgen. De nachtrust werd slechts verstoord door zijn geblaf en het luiden van de alarmklok van de nabijgelegen dorpskerk.

De zaterdagmorgen werd ingezet met een doorgedreven training, geleid door twee jonge, niemand ontziende instructrices (L.L. en L.B.). De bedoeling was de troepen in optimale fysieke conditie de bestorming van het slot Reinhardstein te laten aanvatten. Toch waren er enkele uitgeputte soldaten die stiekem in gepantserde wagens tot vlak onder de slottoren moesten worden getransporteerd. Was de Spartaanse training hen dan toch te zwaar gevallen? Van op de "point de vue" werd de omgeving afgespeurd. We waren eerst verontrust toen we vreemde snuiters ladders en stellingen door de vensters zagen naar binnen sleuren. Het bleek al rap dat het een goed betalende filmploeg was. Maar als wat later ons peloton het interieur aan het monsteren was, werd onze arme veldreporter (T.B.) door de kasteelvrouw tot de orde geroepen toen hij wat snapshots wilde nemen.

Wij beschikten niet over een meereizende aalmoezenier, maar onze legendarische religieuze ingesteldheid dreef ons ’s namiddags toch naar de Abdij van Stavelot. Eerst brachten we aan de overkant een bezoek aan een stichting van Sint–Remaclus. In de abdij leerden we dat ook abten en abdijen, door de eeuwen heen, verwikkeld waren in militaire intriges en strategieën. Deze dag werd in de mess afgerond met een sobere broodmaaltijd nadat de soldaten eerst verwend werden met alweer een drink, aangeboden door een medesoldaat (N.N.). Later op de avond gaven de manschappen zich over aan dat typisch soldatesk vermaak: drank en kansspelen.

Terloops moeten hier ook nog drie miraculeuze gebeurtenissen van deze dag vermeld worden. Een van onze vrouwelijke strijdkrachten (R.D.) verscheen op wonderbaarlijke wijze plots weer in ons midden, nadat ze een uur lang (tot grote onrust van J.W.) op een geheimzinnige manier verdwenen was. Onze legerarts (D.L.) leed het ene moment helse pijnen en was dan plots weer kerngezond. Maar het wonderbaarlijkste feit van de dag was dat drie van onze nachtelijke schildwachten (J.W., F.C. en C.D.) geconfronteerd werden met een drachtige geitenbok!

De zondagmorgen stonden we voor de laatste grote uitdaging: de inname van Spa. De manoeuvres werden bemoeilijkt doordat de weergoden deze veldslag niet gunstig gezind waren. Dankzij de deskundige uitleg van een ingehuurde begeleidster en met behulp van meegesmokkelde stafkaarten baanden we ons een weg door de straten van het natte stadje. Onze dorst konden we lessen met diverse soorten bronwater. Even ontstond er paniek toen de automatische toegangspoort tot de kabellift de doorgang weigerde aan een bejaarde soldaat (A.P.) Gelukkig was zijn engelbewaarder (L.B.) in de buurt. ’s Middags werd nog eens een bezoek gebracht aan het huis van Sint–Remaclus in Stavelot. Daar had een bizarre ontmoeting plaats tussen onze secretaris (W.W.) en een ridder zonder paard, maar met Don Quichotte–achtige allures. Nadat we de legerplaats in Ligneuville aan een laatste grondige inspectie onderworpen hadden, vertrokken we in verspreide slagorde westwaarts.

* Insiders zullen de hier gebruikte codes wel kunnen ontcijferen.

Uw oorlogsverslaggever aan het front (A.P.)

Vanwaar komen we? (3)

Beatrijs, die we al een tijdje gemist hebben in het koor, maar die terugkomt zodra de omstandigheden het toelaten, woont in de Sint–Jozefsstraat.

Het begin van de Sint–Jozefsstraat maakt deel uit van de eerste Meiboomwijk die in de jaren ‘20 werd aangelegd. De geleidelijke verstedelijking van dit gebied na de Eerste Wereldoorlog was een feit. De 140 huizen werden door de maatschappij "De Meiboom" gebouwd. Het betrof een sociale verkaveling: men wou ook de minder kapitaalkrachtigen de kans bieden goedkope woningen te huren of te kopen. De nieuwe wijk werd grotendeels op de gronden van de familie de Limburg–Stirum aangelegd. Maar de straten waren al vlug in erbarmelijke staat. Daarom besloot de gemeenteraad, eind 1925, om de belasting op het weggebruik voor de bewoners van deze straten tijdelijk te verlagen.

Naar analogie met de naam van de maatschappij koos men ervoor de straten naar namen van bomen te noemen, behalve dan de Sint–Jozefsstraat. De naam van de patroonheilige van de timmerlieden past in deze wijk met namen van bomen, waarvan het hout door timmerlieden verwerkt wordt. Later werd in een andere wijk ook de Sint–Elooisstraat aangelegd, genoemd naar de patroon van de metaalarbeiders. Zo werden de patronen van twee van de belangrijkste vakverenigingen binnen de stad in arbeiderswijken vereeuwigd.

Na de Tweede Wereldoorlog werd de wijk tijdens de jaren ‘50 in twee fasen uitgebreid. Het zouden opnieuw sociale woonwijken worden.

Het nieuws van de bosbrand verspreidde zich als een lopend vuurtje.

Bert Dewilde

What’s in a name?

(12) De Suzukimethode

De Suzukimethode is een methode voor vioolstudie, genoemd naar de Japanse violist en componist Shinichi Suzuki.

De vader van Suzuki had een atelier waar hij traditionele Japanse snaarinstrumenten en violen bouwde. Shinichi begon viool te studeren de dag dat hij de violist Mischa Elman een werk van Haydn hoorde vertolken. Hij besloot violist te worden. In de jaren ‘20 reisde hij naar Berlijn waar hij studeerde bij Karl Klinger. Door een vreemde wending van het lot was Albert Einstein er zijn voogd. Hun hele leven zouden zij bevriend blijven. Hij bleef acht jaar in Berlijn. Hij bekeerde zich tot het katholicisme en trad in 1928 in het huwelijk met Waltraud Prange, een jonge sopraan die hem in contact bracht met de toonaangevende musici van die tijd, zoals Fritz Kreisler en Bruno Walter.

In Japan werd Suzuki in 1935 leraar aan de keizerlijke muziekschool. Met zijn drie broers vormde hij een kwartet. Hij trad op als "‘s lands eerste professionele concertviolist". Toen hem gevraagd werd een paar kinderen op te leiden, kwam hij op het idee van de moedertaal–benadering. Elk klein kind leert vloeiend een complexe taal, zonder formele instructie. Dat moet ook met een muziekinstrument kunnen, dacht Suzuki. "Talent bestaat niet," zo zei hij, "het geheim is repetitie." Onder de oorlog hielp hij zijn vader bij de bouw van pontons voor vliegtuigen. Op het einde van de oorlog werd hij in de stad Matsumoto uitgenodigd een muziekschool op te richten. Hij zou er blijven wonen. Matsumoto werd het centrum van de Suzukileer.

Vanaf de jaren ‘50 gaf hij grote jaarconcerten waaraan soms 3.000 zeer jonge kinderen deelnamen. "Opleiding begint met nul jaar," aldus de meester. Veel van zijn leerlingen zijn vandaag in concertgebouwen in de hele wereld terug te vinden. Hoewel het Suzuki daarom niet te doen was. Suzuki: "Mijn ambitie is amateurs te creëren die zichzelf het plezier van het musiceren bijbrengen en op die manier bijdragen tot de harmonie van de samenleving."

Soms zei hij ook: "Muziek aanleren is niet mijn voornaamste doel. Ik wil goede burgers vormen, nobele menselijke wezens. Als een kind fijne muziek hoort en het leert die zelf spelen, dan ontwikkelt het een gevoeligheid, discipline en volharding. Het krijgt een mooi hart." Lenins liefde voor Beethoven en Hitlers voorkeur voor Wagner moest dan even worden vergeten. Het zweverige dat Suzuki wel kenmerkte, irriteerde ook Ian Buruma bij een bezoek aan Matsumoto in 1981. Hij vond onverwacht steun bij Suzuki’s Duitse vrouw. "Als de meester de mystieke kant op ging met zijn uitlatingen," aldus Buruma, "onderbrak Waltraud hem met een typisch Duitse handbeweging van weg ermee en de uitroep "Ach Quatsch!"". Frau Suzuki gold als het financiële brein achter de Suzukimethode.

In 1993 werd de internationale Suzuki Association opgericht, die wereldwijd 8000 leraren groepeert, met 20.000 leerlingen in veertig landen. Suzuki kreeg talloze onderscheidingen, onder meer van de keizer van Japan. Als katholiek was hij zijn hele leven lang ook een trouwe zenboedhist. Het echtpaar Suzuki bleef kinderloos en adopteerde K. Toyoda, vandaag eerste violist van het Berlijnse symfonieorkest.

Critici zijn altijd blijven twijfelen of het Twinkle Twinkle Little Star dat de peuters van Suzuki met duizenden tegelijk zo ontwapenend kunnen spelen, wel enige culturele waarde heeft.

Geheelonthouder zoekt oude telefoonboeken om ze van buiten te leren.

Bert Dewilde

Varia

Nieuws uit ’t Motje

Na zijn onverkwikkelijk wedervaren van begin april, is onze dirigent met ups en downs stilaan aan de beterhand. Een revalidatiereeks moet van hem in de kortste keren weer de "oude" proberen te maken. We wensen hem daarbij alle succes! Van zijn kant groet hij intussen alle koorleden en sympathisanten en dankt hij al wie op een of andere manier zijn sympathie liet blijken.

Op de Statutaire Vergadering van maandag 26 mei, hoopt hij aanwezig te kunnen zijn, al was het maar om de powerpointtoestanden in goede banen te leiden.

In augustus staan we traditiegetrouw met twee uitvoeringen aan de kust: Nieuwpoort en De Panne. Dat er daarvoor nog een paar stevige repetities nodig zullen zijn, is voor iedereen wel duidelijk. Dirk twijfelt eraan of hij die repetities zal kunnen leiden. Maar...hij heeft twee talentvolle jongeren uit eigen rangen bereid gevonden om, indien nodig, een paar repetities voor hun rekening te nemen. Namen en data van de repetities bezorgen we u zo vlug mogelijk. Het spreekt vanzelf dat we op ieders verantwoordelijkheidsgevoel rekenen om aanwezig te zijn. Dan kunnen we zonder blozen weer het beste van ons laten horen!

Laatste nieuws

In verband met onze optredens in Nieuwpoort (15/7) en De Panne (17/7), hadden we reeds twee repetities voorzien: vrijdag 8 en maandag 11 aug. Die data blijven van toepassing. Daarbij zouden nog twee of drie repetities ingelast worden, te kiezen uit volgende data:

donderdag 12 juni woensdag 18 juni donderdag 19 juni woensdag 25 juni woensdag 30 juli donderdag 31 juli

Breng op de statutaire vergadering van 26 mei uw agenda mee!

Happy Birthday to You

Een van de meest bekende liedjes ter wereld is ongetwijfeld Happy Birthday to You. De muziek werd in 1893 gecomponeerd door Mildred Hill, onderwijzeres en pianiste (VS). Haar zus Patty, eveneens onderwijzeres, schreef de tekst. Aanvankelijk was het lied bedoeld als een simpel welkomstwoord van de onderwijzeres aan de kinderen van de klas en klonk zo: "Good morning to you; good morning to you; good morning, dear children; good morning to all." Het lied wordt auteursrechtelijk beschermd tot 2030.

Volgens het Guinness Book of World Records is dit het meest populaire Engelstalige lied, gevolgd door For He’s a Jolly Good Fellow.

Activiteitenkalender

  • Statutaire vergadering voor alle koorleden: maandag 26 mei om 20.00 uur.
  • Bijkomende repetities worden dan afgesproken.
  • Vrijdag 15 augustus om 10.30 uur en om 11.30 uur in de Sint–Bernarduskerk te Nieuwpoort.
  • Zondag 17 augustus om 11.00 uur in de Onze–Lieve–Vrouwekerk te De Panne.
  • Koorreis: zaterdag 13 september.
  • Allerheiligen, zaterdag 1 november om 11.00 uur in de Onze–Lieve–Vrouwekerk te De Panne.
  • Allerzielen, zondag 2 november om 19.00 uur in de Sint–Amandskerk te Roeselare.
  • Sint–Cecilia, zaterdag 22 november, om 17.30 uur in de Sint–Amandskerk te Roeselare, waarna koorfeest in de COFAR te Rumbeke.
  • Vrijdag 5 december om 19.30 uur: de Sint komt in het Ruitercentrum.
  • Kerstmis, donderdag 25 december om 11.15 uur in de Sint–Amandskerk te Roeselare.

Terug